Jeltsin toont tanden
aan vooravond top
door Guido van der Kreeke - ISTANBOEL, donderdag
De Russische president Boris Jeltsin is hoogstpersoonlijk
naar Istanboel afgereisd om de confrontatie aan te gaan over het internationaal
zwaar bekritiseerde Russische optreden in Tsjetsjenië.
Jeltsin, die gisteren als een der eersten arriveerde
van de 53 presidenten en regeringsleiders voor het topberaad vandaag en
morgen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE),
staat een stroom protesten te wachten.
De 54 lidstaten van de OVSE lieten al weten flinke druk op Moskou te
zullen uitoefenen om een politieke oplossing voor het conflict te vinden.
Ook de Europese Unie beschouwt het optreden van Moskou in Tsjetsjenië
als buitensporig en willekeurig.
Vrijwel direct na Jeltsins aankomst in Istanboel openden
de Russen de aanval met de verklaring dat het bij de kwestie Tsjetsjenië
om een "interne Russische aangelegenheid" gaat en om de bestrijding van
"islamitische terroristen" op eigen bodem.
Veilig
De ironie is dat op de OVSE-top juist een tweetal overeenkomsten
ter ondertekening klaarliggen, die dergelijke gewelddadigheden onmogelijk
moeten maken. Het eerste is het handvest voor een veilig Europa in de
21e eeuw, en het tweede is het verdrag voor de conventionele bewapening
in Europa (CVE).
Beiden zijn aanpassingen van overeenkomsten die in 1990 bij het beëindigen van de Koude Oorlog in Parijs werden ondertekend. Maar sindsdien is het Warschaupact versplinterd, terwijl de NAVO met Polen, Hongarije en Tsjechië werd uitgebreid. Het nieuwe wapenverdrag legt nieuwe, nationale en regionale wapenplafonds vast voor land- en luchtmacht.
Het handvest roept ook een steviger OVSE-organisatie in het leven, compleet met 'snelle civiele reactie-teams', die na crises als in Kosovo direct het bestuur ter hand moeten kunnen nemen.
Overigens gaat Rusland in Tsjetsjenië ook volgens oude overeenkomsten buiten zijn boekje. De grote vraag in Istanboel is of Rusland het nieuwe handvest inderdaad gaat tekenen, omdat hierin humanitair geweld uitdrukkelijk geen interne aangelegenheid wordt genoemd.
In het een verwijzing naar het slotdocument waarschuwde Jeltsin alvast dat Moskou alleen een krabbel zet als de andere leiders hun toon matigen over Tsjetsjenië.
Minister van Buitenlandse Zaken Igor Ivanov voegde daar kribbig aan toe dat het Russische optreden "niet erger is dan de westerse agressie eerder dit jaar tegenover Joegoslavië".
Sinds de Russische aanvallen op 5 september zijn begonnen,
ontvluchtten meer dan 200.000 mensen Tsjetsjenië, de meeste naar
het naburige Ingoesjetië.
Aanvallen
Terwijl de Hoge Commissaris van de Mensenrechten Mary Robinson
er gisteren eveneens bij Moskou op aandrong de militaire operaties in
Tsjetsjenië te stoppen, maatregelen te nemen voor bescherming van
de bevolking en een eind te maken aan grove mensenrechtenschendingen,
gingen de Russische aanvallen gewoon door.
Met geschut, lange-afstandsraketten, gevechtshelikopters en bommenwerpers werden zowel de hoofdstad Grozny als zeker 20 andere doelen in Zuid-Tsjetsjenië bestookt. Daarbij werd ook een Georgisch dorp getroffen.
Robinson protesteerde ook heftig tegen de weigering van Moskou waarnemers van de OVSE toe te laten en het tegenhouden van medicamenten aan de Kaukasische grens.
Hoewel Moskou het vluchtelingenprobleem in de regio bagatelliseert volgens de Russen is noodhulp, medische zorg en hulp voor de inmiddels tienduizenden vluchtelingen grootscheeps op gang gekomen spreken waarnemers in Ingoesjetië van een humanitaire ramp.
Vandaag neemt het hoofd van de VN-vluchtelingenorganisatie, Sadako Ogata, persoonlijk poolshoogte in de Russische republiek.
|