De opvarenden, onder wie zes Nederlanders, mochten tot voor kort om de
paar weken worden afgelost door collega's. Sinds vorige week echter worden
onze landgenoten, samen met enkele buitenlandse matrozen, door gewapende
bewakers gegijzeld en mogen zij onder geen beding hun schip af.
De gijzeling volgde op een incident, waarbij de Nederlandse baggeraars
een groot aantal keren met geweren en mitrailleurs werden beschoten door
de Pakistaanse marine. Daarbij raakte als door een wonder niemand gewond.
Het gerichte spervuur vond plaats nadat de eigenaar van de Delta Queen,
rederij D. Blankevoort Dredging in Bloemendaal, de kapitein van het schip
opdracht had gegeven om de ankers te lichten en uit Pakistan te vertrekken.
Die beslissing werd genomen, omdat het Pakistaanse gerechtshof had besloten
dat de Nederlanders mochten gaan.
Toen de bijna 130 meter lange Delta Queen al op 60 zeemijl (ongeveer
110 kilometer) van de Pakistaanse kust was, verschenen enkele marine-
en douaneschepen ten tonele. De kapitein werd gesommeerd rechtsomkeert
te maken. Om hun woorden kracht bij te zetten, losten de Pakistani een
groot aantal gerichte schoten op het baggerschip, dat verschillende kogelgaten
opliep.
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft ernstig bezwaar
aangetekend tegen het op uiterst gewelddadige wijze opbrengen van de Nederlandse
baggeraars, die zich zelfs al in internationale wateren bevonden. Op diplomatiek
niveau wordt momenteel koortsachtig overleg gevoerd om zo snel mogelijk
een eind te maken aan de nu al maanden durende impasse.
De directie van Blankevoort Dredging is de afgelopen tijd te rade gegaan
bij Nederlandse collegabedrijven, die ook met soortgelijke gijzelingsacties
te maken hebben gehad. Om een tactiek te kunnen bepalen, is er onder andere
gesproken met het Rotterdamse bergingsbedrijf Smit Tak, van wie een aantal
werknemers recent enkele maanden lang in Iran werden gegijzeld.
Volgens directeur C. A. Zuiderwijk van Blankevoort was de Delta Queen
al half mei van dit jaar klaar met de baggerwerkzaamheden. Die werden
uitgevoerd in opdracht van het Pakistaanse bedrijf Baluchistan. "Toen
we wilden vertrekken, bleek er ineens iets aan de hand met de papieren.
Wij stonden daar volledig buiten, omdat we contractueel waren overeengekomen
dat zij alles zouden regelen met de overheid."
In de maanden die daarop volgden werd overleg gevoerd. "Het bleek dat
er een conflict was over het betalen van invoerrechten. Omdat wij daar
part noch deel aan hadden, zijn we naar de rechter gestapt. De gewone
rechter stelde ons in het gelijk, waarna de autoriteiten in hoger beroep
gingen. Van het gerechtshof kregen we zwart op wit dat we mochten vertrekken.
Dat mondde uiteindelijk uit in dit drama", aldus de directeur, die zegt
zich grote zorgen te maken over het wel en wee van de bemanning.