Ziekenhuizen moeten boezemfibrilleren, een niet-levensbedreigende hartritmestoornis, onmiddellijk behandelen. De stoornis wordt veelal onderschat; ziekenhuizen zetten deze patiënten meestal twee maanden op een wachtlijst.
Maar volgens R. Tieleman, die onderzoek deed namens de Nederlandse Hartstichting, moet boezemfibrilleren juist behandeld worden in de eerste dagen nadat het optreedt, omdat het hartweefsel anders zodanig wordt aangetast dat de stoornis na de behandeling gemakkelijk terugkomt.
Tieleman denkt dat de aandoening wordt onderschat omdat het niet direct dodelijk is. Hij vindt dat huisartsen onmiddellijk nadat de aandoening is geconstateerd anti-stollingstabletten moet voorschrijven. Tijdens fibrilleren kunnen zich in de hoeken van de hartboezems bloedstolsels vormen die de kans op een beroerte verhogen. Ongeveer 150.000 Nederlanders hebben last van deze aandoening.