Voorpagina
Nieuwsarchief
Xtra
El Cheapo
NieuwsLink
NieuwsFocus
Vacatures
Auto
Weer
QuickLink
Reageer!
Huizen
NetMail
ChatWeb
Interman
Autovisie
Privé
Mijn TelegraafNet
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[De Financiële Telegraaf]
[Nederland]
 
 

maandag
15 november 1999
 

[Veilinghal]
[Euronet]
[Primafoon opent je wereld]
[ABN AMRO]
[BOL]
[Tele2]

De Financiële Consument

door Peter van der Tuin. Bijdrage: Theo Mebius

Het aantal beleggers in aandelen is de laatste tien jaar geweldig toegenomen. Dat is begrijpelijk, omdat de beurs een aantrekkelijke plaats is om vermogen te vormen. Althans wanneer de koersen over een breed front stijgen. Dit jaar zwalkte de beurs op en neer en dan blijkt het veel moeilijker om met geld winst te maken.

Om maar niet te spreken van de dramatische verliezen die met sommige fondsen zijn geleden. Een voorbeeld is Océ, dat het jaar begon op een koers van 35 euro en dat inmiddels tot minder dan de helft is gedaald. Hoe kan een gemiddelde belegger zich tegen dit soort drama's beschermen?

Explosie beleggingsfondsen

Voor veel particulieren is de beurs een soort speelplaats, waar met het inzetten van geld winst kan worden gemaakt. Het is rationeler dan een loterij of het Casino, want daar is de kans op een grote winst minimaal. De aandelenmarkt is in beginsel de plaats waar de vraag naar en het aanbod van geld elkaar treffen. Bedrijven hebben kapitaal nodig voor de financiering van hun activiteiten. Daarvoor geven ze aandelen uit. De kopers van die aandelen willen een mogelijkheid hebben om hun stukken te verhandelen en daarvoor is de beurs de markt.

Inmiddels is van dit theoretische model nauwelijks meer sprake. Emitteerden in het verleden talloze bedrijven nieuwe aandelen voor de financiering van hun expansie, tegenwoordig komt dat veel minder voor dan vroeger. Af en toe vindt er nog een forse emissie van nieuwe aandelen plaats om bijvoorbeeld een grote overname in de Verenigde Staten te financieren. Daarnaast wordt de beurs gebruikt om de eigendom van ondernemingen onder het publiek te spreiden. Zo ontdoet bijvoorbeeld de overheid zich van aandelen in geprivatiseerde ondernemingen en verkopen entrepreneurs de aandelen van door hen opgerichte bedrijven aan een breed publiek. Het gaat hierbij dus niet meer om de financiering van expansie, maar om het zich ontdoen van aandelen door de oorspronkelijke eigenaren. Zo zullen binnenkort de aandelen van Holland Casino, die nu nog volledig in het bezit zijn van de Staat der Nederlanden, via de beurs aan het publiek worden verkocht. Overigens betekent dat de toevoeging van een interessant nieuw speeltje op het beurstoneel.

Doordat er een sterk groeiende belangstelling is voor aandelenbelegging en er dus veel geld naar de beurs vloeit, terwijl er betrekkelijk weinig nieuw materiaal wordt aangeboden, is het koersniveau in de loop der jaren gigantisch gestegen. Op dat veel hogere niveau zijn de risico's van koersdaling toegenomen, met name wanneer er een breuk ontstaat in de stijgende winstlijn. Hoe erg de gevolgen daarvan kunnen zijn zie je duidelijk bij een fonds als bijvoorbeeld Océ.

Voor de gemiddelde belegger is het uitermate moeilijk dit soort ontwikkelingen te voorspellen. Dat bleek recentelijk nog uit een studie van mevrouw Stofmeel, die de aandelentransacties van 30.000 particuliere beleggers over de jaren l996 en '97 heeft onderzocht. Zij concludeert dat er vaak sprake is van irrationeel gedrag, omdat particuliere beleggers niet goed in staat zijn de informatie op een juiste manier te interpreteren.

Juist daarom is al in de eerste helft van deze eeuw het fenomeen beleggingsmaatschappijen ontstaan. In Nederland was Robeco koploper, een initiatief van een aantal Rotterdamse zakenmensen.

Inmiddels is het een immense bedrijfstak geworden. Het totale aantal beleggingsinstellingen in Europa en de VS wordt geschat op meer dan 27.000, maar niemand zal het echt hebben nageteld. Er komen bovendien dagelijks nieuwe bij, zodat het beleggende publiek keus te over heeft. Het is zelfs zo sterk, dat de particuliere belegger door de bomen het bos niet meer ziet. Er zijn dan ook allerlei instellingen die helpen bij de juiste keuze. Bovendien zijn er bureaus die niets anders doen dan meten hoe de verschillende beleggingsmaatschappijen het ten opzichte van elkaar doen.

Eén opvallende conclusie is uit dit soort onderzoekingen te trekken, namelijk dat veel beleggingsmaatschappijen het minder goed doen dan de indexen. Waaruit blijkt, dat ook de zogenaamde beleggingsindustrie de wijsheid op dit gebied niet in pacht heeft. Dat neemt niet weg, dat ik in het kader van deze rubriek moet wijzen op enkele fondsen die het de laatste tijd bijzonder goed hebben gedaan. Het Ohra Aandelenfonds steeg in de periode van twaalf maanden tot en met october l999 met niet minder dan 73,3% en is daarmee verreweg de koploper op de Nederlandse markt. Nog beter heeft het Japan Fund gescoord: 169,5% in twaalf maanden. Een derde die een uitstekend resultaat behaalde is Delta Lloyd Euro Fund: 40,9% in twaalf maanden. Maar u weet het: resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.

 






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.