De Financiële Consument
door Peter van der Tuin. Bijdrage: Theo Mebius
Het aantal beleggers in aandelen is de laatste tien jaar geweldig
toegenomen. Dat is begrijpelijk, omdat de beurs een aantrekkelijke plaats
is om vermogen te vormen. Althans wanneer de koersen over een breed
front stijgen. Dit jaar zwalkte de beurs op en neer en dan blijkt het
veel moeilijker om met geld winst te maken.
Om maar niet te spreken van de dramatische verliezen die met sommige
fondsen zijn geleden. Een voorbeeld is Océ, dat het jaar begon
op een koers van 35 euro en dat inmiddels tot minder dan de helft is
gedaald. Hoe kan een gemiddelde belegger zich tegen dit soort drama's
beschermen?
Explosie beleggingsfondsen
Voor veel particulieren is de beurs een soort speelplaats, waar met het
inzetten van geld winst kan worden gemaakt. Het is rationeler dan een
loterij of het Casino, want daar is de kans op een grote winst minimaal.
De aandelenmarkt is in beginsel de plaats waar de vraag naar en het aanbod
van geld elkaar treffen. Bedrijven hebben kapitaal nodig voor de financiering
van hun activiteiten. Daarvoor geven ze aandelen uit. De kopers van die
aandelen willen een mogelijkheid hebben om hun stukken te verhandelen
en daarvoor is de beurs de markt.
Inmiddels is van dit theoretische model nauwelijks meer sprake. Emitteerden
in het verleden talloze bedrijven nieuwe aandelen voor de financiering
van hun expansie, tegenwoordig komt dat veel minder voor dan vroeger.
Af en toe vindt er nog een forse emissie van nieuwe aandelen plaats om
bijvoorbeeld een grote overname in de Verenigde Staten te financieren.
Daarnaast wordt de beurs gebruikt om de eigendom van ondernemingen onder
het publiek te spreiden. Zo ontdoet bijvoorbeeld de overheid zich van
aandelen in geprivatiseerde ondernemingen en verkopen entrepreneurs de
aandelen van door hen opgerichte bedrijven aan een breed publiek. Het
gaat hierbij dus niet meer om de financiering van expansie, maar om het
zich ontdoen van aandelen door de oorspronkelijke eigenaren. Zo zullen
binnenkort de aandelen van Holland Casino, die nu nog volledig in het
bezit zijn van de Staat der Nederlanden, via de beurs aan het publiek
worden verkocht. Overigens betekent dat de toevoeging van een interessant
nieuw speeltje op het beurstoneel.
Doordat er een sterk groeiende belangstelling is voor aandelenbelegging
en er dus veel geld naar de beurs vloeit, terwijl er betrekkelijk weinig
nieuw materiaal wordt aangeboden, is het koersniveau in de loop der jaren
gigantisch gestegen. Op dat veel hogere niveau zijn de risico's van koersdaling
toegenomen, met name wanneer er een breuk ontstaat in de stijgende winstlijn.
Hoe erg de gevolgen daarvan kunnen zijn zie je duidelijk bij een fonds
als bijvoorbeeld Océ.
Voor de gemiddelde belegger is het uitermate moeilijk dit soort ontwikkelingen
te voorspellen. Dat bleek recentelijk nog uit een studie van mevrouw Stofmeel,
die de aandelentransacties van 30.000 particuliere beleggers over de jaren
l996 en '97 heeft onderzocht. Zij concludeert dat er vaak sprake is van
irrationeel gedrag, omdat particuliere beleggers niet goed in staat zijn
de informatie op een juiste manier te interpreteren.
Juist daarom is al in de eerste helft van deze eeuw het fenomeen beleggingsmaatschappijen
ontstaan. In Nederland was Robeco koploper, een initiatief van een aantal
Rotterdamse zakenmensen.
Inmiddels is het een immense bedrijfstak geworden. Het totale aantal
beleggingsinstellingen in Europa en de VS wordt geschat op meer dan 27.000,
maar niemand zal het echt hebben nageteld. Er komen bovendien dagelijks
nieuwe bij, zodat het beleggende publiek keus te over heeft. Het is zelfs
zo sterk, dat de particuliere belegger door de bomen het bos niet meer
ziet. Er zijn dan ook allerlei instellingen die helpen bij de juiste keuze.
Bovendien zijn er bureaus die niets anders doen dan meten hoe de verschillende
beleggingsmaatschappijen het ten opzichte van elkaar doen.
Eén opvallende conclusie is uit dit soort onderzoekingen te
trekken, namelijk dat veel beleggingsmaatschappijen het minder goed doen
dan de indexen. Waaruit blijkt, dat ook de zogenaamde beleggingsindustrie
de wijsheid op dit gebied niet in pacht heeft. Dat neemt niet weg, dat
ik in het kader van deze rubriek moet wijzen op enkele fondsen die het
de laatste tijd bijzonder goed hebben gedaan. Het Ohra Aandelenfonds steeg
in de periode van twaalf maanden tot en met october l999 met niet minder
dan 73,3% en is daarmee verreweg de koploper op de Nederlandse markt.
Nog beter heeft het Japan Fund gescoord: 169,5% in twaalf maanden. Een
derde die een uitstekend resultaat behaalde is Delta Lloyd Euro Fund:
40,9% in twaalf maanden. Maar u weet het: resultaten uit het verleden
zijn geen garantie voor de toekomst.
|