De nieuwe superminister van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie, oud-NAVO-baas Javier Solana, heeft Europa opgeroepen om militaire interventies in het buitenland zelfstandig te leren aanpakken zonder steeds terug te moeten vallen op Amerikaanse hulp. Daartoe zou Europa een parate en overal inzetbare troepenmacht van 100.000 man moeten opbouwen.

In een interview met de Berliner Tagesspiegel legt Solana de vinger meteen op de zere plek: Europa is heel goed in overleggen maar zonder dat de VS het voortouw nemen, is concrete militaire actie in brandhaarden buiten Europa niet mogelijk. Dat moet voor het eind van de vierjarige ambtsperiode van Solana zijn veranderd, pas dan vindt hij dat hij succes heeft gehad.

Solana's harde woorden kwamen vlak voor vandaag de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de EU in Brussel bijeenkomen om te praten over de toekomstige Europese defensiepolitiek.

Solana vindt wel dat de verdediging van Europa een NAVO-zaak moet blijven. Hij wil een besluitstructuur die efficiënt is en die snel kan inspelen op acties buiten Europa. Daarvoor is een nieuw op te richten politieke staf nodig die zich bezighoudt met crises elders en die nauw samenwerkt met de West-Europese Unie, de tanende defensiepoot van de EU. Op de ministersconferentie vandaag moet dan ook besloten worden of Solana ook niet beter voorzitter van de WEU kan worden zolang die nog bestaat.

Engeland zal vandaag voorstellen om vanaf 2003 een concrete en snel inzetbare Europese troepenmacht paraat te hebben die 'in en rond Europa" kan ingrijpen. Duitsland en Frankrijk zouden dat plan steunen. In de Kosovo-crisis kon Europa dit jaar niets beginnen zonder brede Amerikaanse steun, iets waarvoor Engeland en Frankrijk zich eigenlijk een beetje schamen.