Van een onzer verslaggeefsters - AMSTERDAM, vrijdag
De verplichte ziekenfondsverzekering voor zelfstandige ondernemers
per 1 januari 2000 pakt nadelig uit voor 80.000 tot 100.000 verzekerden.
Dat komt overeen met de 20 tot 25%, waar minister Borst (Volksgezondheid)
al rekening mee hield.
Het ministerie, gesteund door een meerderheid van de Eerste en Tweede
Kamer, vindt reparatie van de inkomensachteruitgang voor deze groep die
kan oplopen tot een paar duizend gulden per jaar, echter niet nodig. VWS
vergelijkt de strop met die van werknemers bij het overstappen van ziekenfonds
op een particuliere verzekering.
Daarbij wijst VWS er op dat 80% van de zelfstandige ondernemers (circa
300.000 mensen) er "nog altijd op vooruit gaat". Per 1 januari 2000 moeten
zelfstandige ondernemers met een belastbaar inkomen onder de 41.200
verplicht het ziekenfonds in. Volgend jaar bedraagt de ziekenfondspremie
8,1% van het belastbare inkomen en daarnaast is er een nominale premie
(in 1999 gemiddeld 394 per jaar). Het ministerie wilde hiermee bereiken
dat ondernemers zich net als werknemers voor lage premies kunnen verzekeren
tegen ziektekosten.
Volgens het College voor Zorgverzekeringen (de voormalige Ziekenfondsraad)
zijn er vier groepen ondernemers te onderscheiden die de klos zijn. In
de eerste plaats zijn dat de ondernemers met een belastbaar inkomen tegen
de grens van 41.200 gulden die een particuliere verzekering hebben met
een hoog eigen risico. "Vaak zijn zij al jaren geleden op een goedkope
polis binnengekomen. In het ziekenfonds hebben zij dan ineens geen eigen
risico meer en moeten ze een hogere premie betalen", zegt N. Pruijssers,
beleidsmedewerker bij CVZ.
Klein bijbaantje
De tweede groep zijn zelfstandigen die al in het ziekenfonds zitten via
een klein bijbaantje. In 2000 wordt de ziekenfondspremie voor deze mensen
over het hele belastbare inkomen vastgesteld, dus ook over het inkomen uit
de onderneming. De derde categorie is meeverzekerd bij het ziekenfonds via
de partner. Deze mensen moeten nu zelfstandig het ziekenfonds in, ongeacht
de verzekering van de partner. Dit gebeurt overigens ook echtparen die beide
deel uitmaken van een Vennootschap onder Firma (VOF). Ook zij moeten beiden
zelfstandig het ziekenfonds in met soms nadelige gevolgen voor de hoogte
van de premie.
De laatste groep ondervindt niet direct nadeel van de regeling maar op
termijn. Volgens Pruijssers gaat het om mensen die nu tegen de inkomensgrens
aanzitten en er al snel overheen groeien. "Zij moeten straks weer terug
in de particuliere verzekering, waarbij ze geconfronteerd worden met nieuwe
acceptatieprocedures en vaak hogere premies", aldus Pruijssers.
In sommige gevallen kan de hoogte van die premie honderden guldens per
maand verschillen. Pruijssers wijst er echter op dat sommige verzekeraars
zogeheten sluimerpolissen of slapende verzekeringen bieden. De uit de
jaren tachtig daterende sluimerpremie biedt verzekerden de mogelijkheid
terug te keren in de particuliere verzekering tegen dezelfde voorwaarden.
Daarvoor moet dan wel een percentage van de premie worden betaald.