Chaos

Het is al veel geschreven en het zal, helaas, nog veel geschreven moeten worden. Maar het is op de Nederlandse Antillen een financiële chaos die het land steeds verder in de afgrond stort. De nu afgetreden regering-Römer heeft daar net als haar voorgangers zo goed als niets aan gedaan.

De tekorten en de schulden nemen steeds meer toe. Als dat zo door gaat koerst het land regelrecht af op een faillissement. Alsof dat niet genoeg is, zit ook het onderwijs in het slop en stijgt de criminaliteit.

Een nieuw kabinet dat met harde hand regeert, is daar nu dringend gewenst. De Nederlandse hulp dient direct gestopt te worden totdat aan die voorwaarde is voldaan. Pas dan mag de geldkraan weer open.

Inmiddels zit ons land met een toevloed aan Antillianen die hier hun heil zoeken, vaak ongeschoolden maar ook geschoolden die in hun eigen land dringend nodig zijn. Het CDA heeft nu, in navolging van de VVD, gepleit voor een toelatingsregeling voor Antillianen. Opeenvolgende Nederlandse kabinetten hebben dat altijd afgewezen omdat Antillianen het Nederlanderschap bezitten. Dat moge zo zijn.

Maar wanneer het ook beter voor het betrokken land is als aan een onbelemmerde binnenkomst hier van Antillianen een einde komt, dan moet dat doorslaggevend zijn.

Artikel 3 der Statuten

Touwtrekken

Na wekenlang touwtrekken hebben de paarse coalitiepartijen overeenstemming bereikt over een aanpassing van de in de maak zijnde deeltijdwet. Kern van het compromis is dat werknemers en werkgevers in een cao mogen afwijken van de bepaling in de nieuwe wet dat iedere deeltijdwerker recht heeft om meer te gaan werken.

De regering heeft dat recht in haar voorstel opgenomen. Terecht hadden de VVD, CDA en de kleine christelijke partijen daartegen groot bezwaar. Zo iets moet niet van bovenaf worden opgelegd. De sociale partners zijn volwassen genoeg dat zelf onderling te regelen.

De stok achter de deur die nu nog in de afspraak zit, namelijk dat er een recht op meer werk is als de sociale partners niets hebben geregeld, blijft om dezelfde reden geheel overbodig. Het kan ook vooral het midden- en kleinbedrijf in grote problemen brengen en kosten opjagend werken.

Daarom is de hele deeltijdwet een onding. Ook het recht om korter te werken dan bij indiensttreding was afgesproken had, net als het recht om langer te werken, aan de sociale partners moeten worden overgelaten.

Bovendien valt te vrezen dat de in het voorstel opgenomen uitzonderingsgrond op de hoofdregel, namelijk dat verandering van de werkduur niet strijdig mag zijn met het bedrijfsbelang, tot veel onzalige ruzie zal leiden.