Spaanse rechtspraak
in de beklaagdenbank
door Gerrit-Jan Hoek - BARCELONA, dinsdag
Spanje mag zich dan de laatste jaren vooral
economisch ontpopt hebben als een modern en volwaardig lid van de EU,
de Spaanse justitie verkeert in vele opzichten nog steeds in het stenen
tijdperk. Vertraging van jaren in de procesgang, discriminatie,
juridische miskleunen en corrupte rechters brengen de Spaanse
rechterlijke macht steeds vaker in diskrediet.
Ex-banker Mario Conde verraadt op zijn gelaat geen spoor van emotie
als hij, na 17 maanden gevangenisstraf voor fraude te hebben
uitgezeten, voorwaardelijk wordt vrijgelaten.
FOTO: EPA
Wie in Spanje zijn recht wil halen, moet niet alleen
veel geld hebben om zijn advocaten te betalen, maar vooral beschikken
over een bijna onmenselijke dosis geduld en doorzettingsvermogen. Want
een proces duurt vaak een decennium of langer.
Totoformulier
Een inwoner van Madrid, Pedro Castillo, won op 30
december 1984 de voetbaltoto. Maar toen hij zijn hoofdprijs van ruim
twee ton wilde verzilveren, kreeg hij van het totokantoor te horen dat
het winnende biljet helaas zoekgeraakt was en dat hij naar zijn geld
kon fluiten. Afgelopen zomer bepaalde een rechter dat Pedro geen schuld
had aan het zoekraken van zijn winnende totoformulier. En dat hij
alsnog recht had op uitkering van de hoofdprijs, vermeerderd met de
rente over 15 jaar. Het geduld van Castillo werd beloond met een bedrag
van ruim 4,5 ton.
Dat een slak meer snelheid ontwikkelt dan de Spaanse
justitie ondervond ook een groepje winkeliers van het Zuid-Spaanse La
Linea. Toen Franco in 1969 besloot de grens met Gibraltar te sluiten,
betekende dat voor een veertigtal winkeliers en leveranciers een
plotseling faillissement. De gedupeerden stelden de Spaanse staat
verantwoordelijk voor hun financiële debacle. Dertig jaar na dato
werden tien leveranciers twee maanden geleden alsnog in het gelijk
gesteld. Maar de schadevergoedingen die het Hooggerechtshof vaststelde
bleven met bedragen tussen 10.000 en 180.000 ver onder de
verwachtingen.
Miskleunen
Veel kwalijker dan de traagheid zijn de talrijke
miskleunen van de Spaanse justitie en de vele blijken van
klassejustitie. Zo werden twee Marokkanen in 1991 gearresteerd op
verdenking van een serie verkrachtingen met bruut geweld. Het tweetal
ontkende elkaar zelfs maar te kennen en één was door een
afwijking niet eens in staat tot geslachtsgemeenschap.
De verkrachte vrouwen beweerden door een van de
aanvallers gebeten te zijn en dat ze Spaans met elkaar spraken. Een van
de Marokkanen had echter geen tand meer in zijn mond en sprak geen
woord Spaans. De rechter negeerde echter die aanwijzingen en
veroordeelde de Marokkanen tot respectievelijk 75 en 100 jaar
gevangenisstraf.
Begin dit jaar werd een Spanjaard gearresteerd die na
een DNA-onderzoek ook de seksuele misdrijven, die de Marokkanen in de
schoenen waren geschoven, bekende. De advocaten van het duo claimde
onmiddellijke invrijheidsstelling en gratie. Maar een half jaar na dato
zitten de Marokkanen nog steeds vast in de Brians-gevangenis van
Barcelona. Zelfs de bemoeienis van minister van Buitenlandse Zaken,
Abel Matutes, heeft het logge justitiële apparaat nog niet in
beweging kunnen brengen.
Toegevend
Die starheid staat in schril contrast met de
toegevendheid in andere notoire rechtszaken waarbij bekende Spanjaarden
zijn betrokken. Zo werd ex-bankier Mario Conde al na anderhalf jaar in
voorlopige vrijheid gesteld ondanks dat hij een veroordeling van vele
jaren aan zijn broek had gekregen wegens een fraude van bijna 8 miljoen
gulden.
Claims om het onrecht tenminste financieel te
compenseren maken weinig kans van slagen. Twee Britse toeristen die in
1985 werden gearresteerd omdat ze een brandbom in een café in
Gandia zouden hebben gegooid, wachten na veertien jaar nog steeds op
genoegdoening. Het Comité voor Mensenrechten van de VN stelde
hen in het gelijk en veroordeelde de Spaanse staat in 1997 tot een
financiële regeling. Maar anno 1999 moeten de Britten nog steeds
op hun eerste peseta wachten.
Volgens de meest recente statistieken is het aantal
klachten tegen de Spaanse justitie het afgelopen jaar gestegen tot 385.
De gedupeerden kregen gezamenlijk iets meer dan een ton
schadeloosstelling uitgekeerd.
De regering bezuinigt ieder jaar op de meer dan
noodzakelijke modernisering van de rechtsgang. Dossiers stapelen zich
op tot het plafond. Computers - als ze er zijn - zijn zijn vaak
volledig verouderd. Zo lag de grootste rechtbank in Madrid onlangs
wekenlang volstrekt lam omdat de computer het had begeven.
Het aantal van 2928 rechters blijkt ten enenmale
onvoldoende. Maar voor invulling van de ruim 400 vacatures is geen geld
beschikbaar. De salarissen zijn al tien jaar bevroren.
Rotte appels
Een van de weinige lichtpuntjes is dat eindelijk de
corrupte rechters meedogenloos worden aangepakt. Een van de rotte
appels uit het rechterlijke mandje, Luís Pascual Estevill, zucht
al ruim een jaar in de gevangenis van Barcelona. Hij had jarenlang
ondernemers gearresteerd zonder enige aanleiding om hen vervolgens
tegen betaling van tonnen weer in vrijheid te stellen.
Ook de rechter van Marbella, Pilar Ramírez, is
voorlopig op non-actief gesteld omdat ze burgemeester Jesús Gil
y Gil de hand boven het hoofd hield en processen tegen leden van de
Italiaanse maffia net zo lang in haar bureaula liet liggen totdat de
zaken verjaard waren.
|