Voorpagina
Nieuwsarchief
Xtra
El Cheapo
NieuwsFocus
Reiswereld
Vacatures
Auto
Weer
QuickLink
Reageer!
QuickAlert
NetMail
ChatWeb
Interman
Autovisie
Privé
Mijn TelegraafNet
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[De Financiële Telegraaf]
[Nederland]
 

 


zaterdag
2 oktober 1999

 


[Oce]
[Postbank WinstVastKoopsom]
[BOL, voor al uw boeken]
[V & L informatica]

Leidse ondernemer troeft
Rijk af met Parkeerplan

door CARLIJNE VOS - LEIDEN, zaterdag

Pendelbusjes rijden af en aan van het overvolle parkeerterrein aan de Haagweg in Leiden. Voor zeven gulden vijftig per dag ('s avonds vijf gulden) parkeren mensen hun auto op het terrein om zich vervolgens door de shuttle af te laten zetten op iedere gewenste plek in de Leidse binnenstad.

Wat het Rijk met de aanleg van peperdure transferia tot dusverre niet is gelukt, heeft de Leidse ondernemer Pieter Labrujère met bloed, zweet en tranen wél voor elkaar weten te boksen. Het resultaat is een goedgeolied overstappunt aan de rand van de Leidse binnenstad, waar mensen de auto laten staan en overstappen op het openbaar vervoer.


PIETER LABRUJERE
... geen honderden meters sjouwen ...
FOTO: JOHANNES DALHUIJSEN

De sleutel tot het succes is dat ondernemers zelf het initiatief hebben genomen, zo meent Labrujère. "De overheid slaagt er ondanks al haar goede bedoelingen niet in om praktische zaken uit te dokteren. De kracht van onze formule schuilt in de eenvoud: kleine busjes die met een hoge frequentie rijden tussen auto en plaats van bestemming. Mensen met zware boodschappentassen hoeven dus niet honderden meters over een winderig parkeerterrein te sjouwen naar een bushalte."

Het idee voor het Stads Parkeerplan werd geboren nadat Labrujère de omzet van zijn winkels in sport- en spelartikelen in de Leidse binnenstad jarenlang met zo'n tien procent per jaar zag kelderen. "Op een dag realiseerde ik me dat het tijd was om actie te ondernemen, wilde ik niet helemaal kapot gaan." Hij wist een aantal andere ondernemers te mobiliseren, huurde het voormalige Van Gend & Loosterrein van de NS en schilderde parkeervakken op de bestrating. Een houten keet doet dienst als wachtruimte en kantine voor de twintig mensen met een Melkertbaan die de gemeente Leiden beschikbaar heeft gesteld om de bestelbusjes te besturen.

De gemeente Leiden is zeer tevreden over het initiatief van Labrujère. "Het was een unieke kans om het parkeerprobleem samen met de ondernemers aan te pakken", vertelt woordvoerder W. van der Poel. "Het succes is te danken aan het feit dat ze bijna alle ondernemers in de Leidse binnenstad mee hebben gekregen in hun enthousiasme. Het is bijvoorbeeld mogelijk om je bij bijna elk restaurant in de stad te laten brengen en afhalen. De horeca-ondernemers betalen 1 gulden per klant die bij hen wordt afgeleverd. Dat is toch iets wat je als gemeente moeilijk voor elkaar krijgt."

De getallen spreken boekdelen. Het zogeheten Stads Parkeerplan biedt plaats aan 950 auto's en verwerkt 3500 auto's per week. De meeste transferia hebben zo'n 250 plaatsen en bieden in het algemeen een troosteloos lege aanblik. Het oudste transferium bij Groningen uit 1995 bergt na jarenlange strubbelingen nu eindelijk 2000 auto's per week. De transferia in Amsterdam-Arena, Renesse, Arnhem, Hoornen Leiden kampen vrijwel allemaal nog met aanloopproblemen.

"Maar het transferium dient dan ook een ander doel", zo luidt de verdediging van de provincie Zuid-Holland. Het nieuwste transferium aan de A44 richt zich meer op het forenzenverkeer richting Den Haag dan op het binnenstadbezoek van Leiden. Daarnaast wordt naarstig onderhandeld met bedrijven in de regio. De bedoeling is dat de bedrijven parkeerplaatsen voor hun werknemers inkopen en ze zelf met busjes ophalen. KPN heeft al 25 plaatsen gereserveerd op het transferium.

Het aantal bezoekers van de Leidse binnenstad is dankzij het Stads Parkeerplan weer toegenomen tot 60.000. Door het draconische parkeerbeleid van de gemeente was dit aantal in een kleine tien jaar gehalveerd tot 40.000. In de vijf jaar sinds het bestaan van het plan is de omzet volgens Labrujère weer met 30 procent toegenomen. "Maar dat betekent niet dat we er al zijn. We hebben in de loop der jaren ƒ200 miljoen omzet aan de perifere detailhandel verloren."

Novem, de instantie die zich in opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat bezighoudt met vervoerszaken, vindt de conclusies van Labrujère wat al te "kort door de bocht". De relatie tussen omzet en autobereikbaarheid is wel iets complexer dan dat", zegt planoloog A. Jansen.

Wel erkent de planoloog dat de door de overheid gesubsidieerde transferia "mank gaan aan technische details". "Men houdt te weinig rekening met de gebruikers. Voor de automobilist moet het een gemak zijn. Dus geen lange wandelingen en wachttijden om gebruik te maken van het openbaar vervoer zoals in de praktijk het geval is." Daarbij merkt Jansen op dat transferia sowieso alleen een kans van slagen hebben als het echt geen doen is om met de auto de stad in te gaan. "Het heeft geen zin om transferia te realiseren als je de binnenstad volbouwt met garages zoals in Amsterdam gebeurt."






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.