'Ceteco heeft afgeslankt
wel degelijk toekomst'
Van een onzer verslaggevers - AMSTERDAM, zaterdag
In afgeslankte vorm is er voor Ceteco zeker toekomst.
Dat menen bewindvoerders W. Bekkers en G. Gispen. De schuldeisers van
het noodlijdende concern kunnen volgens het duo rekenen op "een
substantiële uitkering" uit de boedel van het bedrijf. Alleen
de aandeelhouders kunnen naar hun geld fluiten. "Die zitten in het
spreekwoordelijke laatste rijtuig, en dat laatste rijtuig staat op dood
spoor", zo stelde Bekkers gisteren tijdens een bijeenkomst in
Amsterdam.
De bewindvoerders van het sinds 6 juli van dit jaar in
surseance zijnde Ceteco deponeerden gisteren hun eerste openbare
verslag over de onderneming. Op dat verslag gaven ze een toelichting in
Amsterdam, waarbij ook bestuursvoorzitter T. Houben en financieel
directeur M. Niemandsverdriet van Ceteco zelf aanwezig waren. Die
laatsten voorzagen de resultaten over de eerste zes maanden van dit
jaar van commentaar.
"We zaten nog nooit eerder zó dicht bij
elkaar", aldus bewindvoerder Bekkers daarover, om vervolgens de
onafhankelijkheid van beide partijen te benadrukken. "De raad van
bestuur vertegenwoordigt de debiteuren en de bewindvoerders de
crediteuren. Wij hebben beiden een eigen rol en eigen
verantwoordelijkheden. Laat daarover geen misverstanden bestaan."
Bekkers en Gispen hadden gisteren vooral
"goed" nieuws. "Allereerst is sinds enkele weken sprake
van constructief overleg tussen alle schuldeisers, en dat moet niet
worden onderschat." Volgens de bewindvoerders is zo'n
constructieve houding noodzakelijk voor wat zij "een ordelijk
verloop van het uitwinningsproces" noemden. Zouden schuldeisers
elkaar in de haren blíjven vliegen, dan zou niemand daar wijzer
van worden.
Een tweede positief punt noemden Bekkers en Gispen dat
een door de schuldeisers benoemde crediteuren-commissie unaniem
besloten heeft om volgende week tijdens de vergadering van crediteuren
het advies te geven om in te stemmen met een definitieve verlenging van
de surseance. Als de rechter daarmee instemt, volgens Bekkers en Gispen
mag daar als de crediteuren het advies van de commissie opvolgen vanuit
worden gegaan, dan zou één jaar uitstel van betaling
genoeg zijn om te komen tot een definitieve oplossing van alle
problemen.
Die oplossing bestaat in de eerste plaats uit
deconsolidering van de vestigingen in Venezuela, Ecuador en Peru, zo
bleek in Amsterdam. Met de activiteiten in Argentinië gebeurde dat
al eerder. Overige, tot niet-kernactiviteiten bestempelde onderdelen
(in Suriname en op de Nederlandse Antillen) zullen worden
gedesinvesteerd. Voor de activiteiten in het Carabisch gebied, Centraal
Amerika en Mexico de core van het afgeslankte Ceteco blijft de
onderneming op zoek naar strategische partners.
Bekkers en Gispen herhaalden gisteren dat er wel
degelijk partijen geïnteresseerd zijn in een samenwerking met
Ceteco. "Hoeveel en wie kan ik u niet zeggen", aldus Bekkers.
In de tussentijd zou een drietal banken zich bereid hebben verklaard om
Ceteco een krediet op de boedel te verstrekken van $15 miljoen. Het
noodlijdende bedrijf is zo in staat om tijdens de belangrijke
feestweken haar winkels toch open te houden.
Gispen ging gisteren ook alvast in op wat nu de oorzaken
zijn geweest van de financiële moeilijkheden bij Ceteco, hoewel
nog nader onderzocht gaat worden wie nu precies verantwoordelijk en
aansprakelijk is. Volgens Gispen begon alle ellende met het
strategische plan Turbo 1994-2001.
Dat plan moest van Ceteco de "leading
retailer" in Latijns-Amerika maken, door overnames in Colombia,
Mexico, Venezuela, Ecuador, Argentinië, Peru en de Nederlandse
Antillen. Het aantal winkels nam in die periode toe van ongeveer 100 in
1992, tot bijna 380 in 1997. Het aantal personeelsleden steeg van nog
geen 3000 tot bijna 9000 (in 1998) en de omzet van ruim $150 miljoen
tot ongeveer $675 miljoen (in 1997).De nettowinst steeg van bijna $6
miljoen in 1992 tot bijna $20 miljoen (eveneens in 1997).
Gispen plaatste bij deze snelle groei duidelijke
kanttekeningen. "Eigenlijk op alle niveaus verloor Ceteco de
controle over de expansie, waardoor vooral in Argentinië en
Venezuela enorme verliezen werden opgelopen. Omdat een ongeluk nooit
alleen komt, zorgden de economische problemen in de regio er vervolgens
voor dat Ceteco de financiële mokerslag niet meer te boven
kwam."
Bestuursvoorzitter Houben wilde gisteren eigenlijk
niet meer omkijken. "Wij hebben als management een ongelooflijke focus
op de toekomst." Verantwoordelijk voor het falende beleid zei
Houben zich niet te voelen. "Het Turbo-plan dateert van 1992 en
toen was Frits Eigenfeld de verantwoordelijke man." Houben zelf is
pas sinds 14 april van dit jaar eerstverantwoordelijke bij Ceteco.
Ceteco neemt last
AMSTERDAM, zaterdag
Ceteco heeft over de eerste zes maanden van 1999 een
buitengewone last genomen van $104,9 miljoen. Daardoor werd netto een
verlies geleden van $138 miljoen, waar een jaar eerder nog $294.000
werd verdiend.
De last houdt verband met reorganisaties. Voor
herstructureringen in Argentinië zette Ceteco ongeveer $42 miljoen
opzij. Van de restsom heeft een "aanzienlijk" deel betrekking
op Venezuela, waar in het tweede halfjaar verlies zal worden geleden.
Ceteco zag de omzet de eerste zes maanden van 1999 dalen
van $345,5 miljoen, naar $208,9 miljoen. De recessie in Zuid-Amerika,
de verkoop van bedrijfsonderdelen en incidentele factoren als orkanen
Mitch en George worden door Ceteco genoemd als oorzaak van de
omzetdaling.
Ceteco gaat niet-renderende activiteiten afstoten,
waardoor van bijna 7.000 arbeidsplaatsen ongeveer 2.200 verdwijnen. Van
de 334 winkels van de verkoper van wit- en bruingoed blijven er 236
over.
|