Doden bij Russische acties
in Dagestan en Tsjetsjenië
MOSKOU, zaterdag
Bij aanvallen van het Russische leger op stellingen
van moslimrebellen in zowel Tsjetsjenië als Dagestan zijn gisteren
18 Russische soldaten gedood en 20 gewond.
Hoewel Moskou stelt dat de opstandelingen, die in de
Russische deelrepubliek Dagestan zes dorpen hebben bezet, aan de
verliezende hand zijn, hebben zij volgens westerse journalisten nog
nauwelijks terrein verloren.
De militaire acties met oorlogsvliegtuigen en
gevechtshelikopters waren gericht op de dorpen Kenkhi en Bonoi in de de
facto onafhankelijke republiek Tsjetsjenië. Daar hadden zich
volgens het Russische ministerie van Defensie 400 tot 500
guerrillastrijders verzameld om het naburige Dagestan in te trekken.
In Dagestan, waar de rebellen zes dorpen bezet
houden, werden Ansalta en Tando onder vuur genomen. Vooral vrachtauto's
met guerrillastrijders en wapens alsmede munitiedepots waren doelwit
van de Russische vliegtuigen en helikopters.
Moskou zegt dat bij de aanvallen van het leger ook
diverse guerrillastrijders zijn gedood.
De Russische premier Poetin zei gisteren dat de
Russische strijdkrachten de rebellen zullen achtervolgen tot in
Tsjetsjenië maar Moskou heeft tot nu toe afgezien van de
inschakeling van grondtroepen in de republiek, die na een bloedig
oorlog tussen 1994 en 1996 in feite onafhankelijk werd.
Poetin onderstreepte dat hij het conflict ondanks de
acties van het leger het liefst met politieke middelen oplost.
(AP/Reuters)
|