Justitie eist vier jaar
tegen valutawisselaars
door MAURICE VAN UDEN - AMSTERDAM, vrijdag
In de rechtszaak tegen de Syrische eigenaar Refaat I.
en een aantal medewerkers van het inmiddels opgeheven illegale
geldwisselkantoor City Change heeft justitie gisteren straffen
geëist tot een maximum van vier jaar. Via City Change is volgens
het Openbaar Ministerie voor ongeveer 400 miljoen gulden aan drugsgeld
witgewassen.
Justitie heeft ruim drie jaar onderzoek gepleegd na de
vermeende witwaspraktijken van I. en zijn handlangers. Meerdere malen
stuitten de opsporingsinstanties daarbij op nauwe banden met de
georganiseerde drugscriminaliteit in ons land.
De resultaten van het MOLABEL-onderzoek vertonen talloze
parallellen met het de speurtocht naar de activiteiten van
ex-Heineken-ontvoerder Cor van H. De verdachten houden zich voor de
rechtbank onwetend. Ondanks de honderden miljoenen guldens die door hun
handen zijn gegaan, hadden zij geen vermoeden dat het geld afkomstig
zou zijn uit criminele activiteiten van hun cliënten. Op vrijwel
alle vragen van de rechtbank blijven zij het antwoord schuldig, daarbij
een beroep doend op hun zwijgplicht. Zelfs over zijn nationaliteit
wilde een van de verdachten gisteren geen uitsluitsel geven.
De officier van justitie gelooft niet in de onwetendheid
van de verdachten. Uit de omstandigheden had meer dan duidelijk moeten
worden dat het "een foute boel" was, betoogde hij. Onder meer
de vreemde tijdstippen waarop klanten hun geld overhandigden aan de
Arabische verdachten, de in de financiële wereld
"ongebruikelijke overdrachtsplaatsen" zoals afgelegen
parkeergarages en de wijze van verpakking van het geld "het geld
werd meer dan eens in vuilniszakken aangevoerd" hadden de
verdachten duidelijk moeten maken dat er meer achter zat dan een legale
zakelijke activiteit. Bovendien werd het geld vaak ongeteld aangeboden,
zodat er "onderling een groot vertrouwen" moest bestaan.
Vergunning
Korte tijd heeft City Change nog geprobeerd
een heuse vergunning te krijgen van De Nederlandsche Bank voor zijn
omwisselactiviteiten. Daarbij werd het kantoor juridisch geadviseerd
door de later gearresteerde en inmiddels failliet verklaarde Fokke S.
Uit de verweerstukken van de verdachten komt informatie naar voren dat
deze zelfbenoemde advocaat uit Dronten "onder een hoedje heeft
gespeeld met DNB".
S. zou in anonieme brieven hebben gemeld aan de
toezichthouder dat het niet pluis was bij City Change. Het College van
Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelde in een procedure inderdaad dat
de gronden waarop DNB de vergunning had geweigerd onvoldoende waren
onderbouwd. Desondanks volhardde de bank in haar weigering. In deze
periode heeft City Change een start gemaakt met het aanpassen van de
bedrijfsvoering aan de eisen die de wet stelt aan geldwisselkantoren,
aldus een bron rond het onderzoek. Daarbij werd onder meer Ernst &
Young ingeschakeld om een sluitend boekhoudsysteem te ontwikkelen.
Aan de administratie schortte nogal wat, vond de
officier. "Uit verschillende verklaringen van oud-medewerkers
blijkt dat zij expliciet opdracht kregen om bedragen groter dan 25.000
gulden administratief op te splitsen in kleinere hoeveelheden. Dat is
gebeurd om aan melding van ongebruikelijke transacties te
ontkomen." Kastransacties met grotere bedragen moeten verplicht
worden aangemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT).
Uit het onderzoek van justitie blijkt dat City Change in
een periode van enkele jaren rond de 400 miljoen gulden heeft
'voorgewassen'. De officier: "Het omwisselen van grote bedragen in
kleine coupures naar andere valutasoorten of naar grotere coupures is
een bekende wijze van voorwassen. De grotere coupures maken vervoer
makkelijk en door de contante omwisseling is de herkomst van het geld
minder makkelijk na te trekken. Na de voorwas begint dan het eigenlijke
witwastraject."
Naar België
City Change wisselde grote hoeveelheden geld
bij onder meer het Amsterdamse filiaal van Thomas Cook. Later, toen de
regelgeving werd aangescherpt, werd het geld in zakken met de auto naar
België gereden. "De koeriers namen hierbij ongebruikelijke
risico's en hadden ter bescherming een pistool in de auto liggen",
aldus de officier. Tegen een van de koeriers, Achmed A., werd een
celstraf geëist van 36 maanden en een geldboete van 100.000 gulden.
Het 'voorwassen' van het criminele geld was een uiterst
lucratieve zaak. Volgens justitie was het gebruikelijk een provisie te
ontvangen van zo'n vijf procent over de hoofdsom. "Maar bij
omwisseling naar dollars lag het tarief een procent lager." Dat
het met name de hoofdverdachte voor de wind ging, blijkt wel uit een
lijst van in beslag genomen goederen. Daaronder bevinden zich een
verzameling uiterst kostbare juwelen, een Rolls Royce en grote sommen
contant geld in allerlei valuta. Ook bezit de hoofdverdachte een aantal
panden in de Amsterdamse binnenstad en zelfs een groot hotel met zo'n
50 kamers.
|