Paardenwereld geschokt
na doden veulens
door Henk Kruit - LELYSTAD, dinsdag
Het opfokken en afslachten van 43 veulens voor een
wetenschappelijk onderzoek naar kreupelheid onder paarden, heeft voor
grote commotie gezorgd onder paardenliefhebbers in ons land.
Zij noemen de massale euthanasie op de veulens
onaanvaardbaar. De speciaal gefokte, proefveulens lieten het leven om
de wetenschap meer duidelijkheid te geven over osteochondrose; een
aandoening aan het kraakbeen in de gewrichten van de poten, die het
kreupelheidsrisico bij paarden vergroot.
Het kreupelheidsonderzoek startte in 1995 bij het
Paardenproefbedrijf in Lelystad in samenwerking met de Faculteit der
Diergeneeskunde van de Rijksuniversiteit Utrecht.
In het blad 'In de Strengen', een uitgave van het
Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek in Nederland werden de
onderzoeksresultaten onlangs gepubliceerd. Het artikel leidde tot hevig
verontwaardigde reacties uit de wereld van onder meer de
paardenfokkerij en draverij, temeer daar het volgens de onderzoekers
vaststaat dat nagenoeg zonder uitzondering ieder paard op jonge
leeftijd wel ergens in zijn skelet osteochondrose ontwikkelt, dat in de
meeste gevallen spontaan weer verdwijnt.
"Om daar dan 43 veulens voor te fokken en
vervolgens af te maken is te gek voor woorden", zegt een
paardenfokker, die zich de massale euthanasie van de 43 veulens erg
aantrekt. Hij meent dat het ministerie van Landbouw en Natuurbeheer de
regelgeving op dit punt zou moeten aanscherpen. Een woordvoerder van
het ministerie laat weten in dergelijke gevallen géén
euthanasievergunning is vereist, maar de wet slechts de verplichting
kent dat een dierenarts de euthanasie uitvoert.
Acht hengsten met osteochondrose werden in 1995 door
de onderzoekers geselecteerd. Samen met de merries van het
paardenproefbedrijf, waarvan slechts een aantal met de aandoening was
behept, werd het uiteindelijke onderzoeksmateriaal geleverd: 43
veulens. Tijdens de eerste maanden van de opfok werden de veulens
nauwkeurig in drie groepen door de wetenschappers bestudeerd, terwijl
maandelijks röntgenopnames werden gemaakt van de knie en het
springgewricht. Ook voerden de onderzoekers bewegingsanalyses uit, werd
gekeken naar spieren, hoef, bloedwaarden en functioneren van hart,
longen en bloedcirculatie. Na de veulens waren afgemaakt, werd het dode
materiaal benut voor verder onderzoek onder de microscoop.
|