&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
dinsdag
9 februari 1999

Wisselen

Voor eind maart moeten de banken aan de Europese Commissie opgeven hoeveel zij in rekening brengen voor het omwisselen van Europese valuta's. Sinds de komst van de euro staan de koersen vast en lopen de banken geen wisselkoers-risico meer.

Toch rekenen de banken geld voor omwisselen. Wie bijvoorbeeld in Frankrijk pint met een Nederlands pasje, betaalt al snel vier gulden aan kosten.

Tot januari verdienden de banken vooral aan het verschil tussen aan- en verkoop van buitenlands geld; nu moeten de klanten rechtstreeks de rekening betalen.

Het onderzoek en de irritatie van de Commissie komt laat maar is begrijpelijk. De euro is ook verdedigd met het argument dat de wisselkosten zullen wegvallen. Dat blijkt in de praktijk sterk tegen te vallen.

De banken zeggen dat het omwisselen ook voor hen nog steeds grote kosten met zich meebrengt. Dat zal ongetwijfeld waar zijn maar de banken moeten zich realiseren dat vier gulden voor een simpele pin-transactie in het buitenland wel erg duur is.

Steun bij de bevolking voor de euro kan alleen komen als de voordelen duidelijk zijn. Die steun wordt door de wisselkosten ondermijnd. Daarom is het onderzoek van de Commissie terecht en moet zij zich niet laten afleiden door het nu al duidelijke gemopper van de banken.


Het dagblad De Telegraaf geeft onpartijdig nieuws, zonder gebonden te zijn aan enige staatkundige partij, kerkelijke richting of belangen- gemeenschap, uitsluitend in dienst van 's lands belang.

Artikel 3 der Statuten

Belang

Minister Herfkens (Ontwikkelingshulp) had vergaande ambities. Ze wilde het aantal landen waaraan Nederland bilateraal hulp geeft, verminderen van tegen de honderd tot rond de twintig. Dat zou de effectiviteit van de hulp ten goede komen.

Inmiddels is het aantal landen waarmee of een volledige brede hulprelatie wordt aangegaan of die op een bepaald terrein gerichte hulp krijgen, op 49 uitgekomen.

Te vrezen valt dat die lijst groeit als straks de ministers en het parlement zich daarover buigen. Dan blijken er ongetwijfeld weer NIEUWE wensen te zijn. Van een doelmatiger hulpbeleid komt dan niets terecht.

De bewindsvrouwe wilde de hulp ook richten op landen die een goed economisch beleid voeren, democratische structuren hebben en niet aan verkwisting doen. Als zij daaraan wil vasthouden lijkt een lijst van negenenveertig wel erg lang.

Rondweg betreurenswaardig is dat de bewindsvrouwe de zeer succesvolle steun aan het bedrijfsleven dat in ontwikkelingslanden investeert, wil beperken. Alleen investeringen in landen met een gemiddeld inkomen onder de 2000 dollar komen nog voor een overheidssubsidie in aanmerking.

Daarmee zet zij Nederlands bedrijven op achterstand bij hun internationale concurrenten die wel geld krijgen van hun overheden. Dat is niet in het nationaal belang.





[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[Financiën]

[Xtra]