Bijna helft studenten heeft baan
Van onze onderwijsredactie - VOORBURG, vrijdag
Bijna een op de twee scholieren en studenten, 44%,
heeft een baan naast de studie. Ze nemen daarmee ruim een half miljoen
banen voor hun rekening.
Het gaat vooral om avond- en weekendbanen, die gemiddeld
twaalf uur tijd per week kosten. Winkel-, schoonmaak- en horecawerk
zijn daarbij favoriet.
Dat blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS), neergelegd in het Kwartaalschrift
Onderwijsstatistieken. De onderzoekers baseerden hun gegevens op
cijfers uit 1997.
Verschil
Er werken evenveel jongens als meisjes, maar aanzienlijk
minder allochtone dan autochtone jongeren. Van de honderd autochtone
jongeren hadden er 46 een baan, per honderd allochtone jongeren 28. Dat
verschil heeft vooral te maken met het onderwijs dat zij volgen.
Allochtone jongeren zijn vaak lager opgeleid en verdwijnen eerder van
de schoolbanken om een officiële plaats op de arbeidsmarkt te
krijgen. Van de Turkse en Marokkaanse jongeren werkt slechts 16%,
tegenover 31% van de overige allochtone jongeren.
Verdeeld over de schooltypen nemen studenten uit het
hoger onderwijs de meeste banen op zich. Ruim de helft van hen werkt.
Maar ook 49% van de leerlingen van het mbo (middelbaar
beroepsonderwijs) heeft een baan. Van de leerlingen van vbo, mavo, havo
en vwo werkt ruim eenderde. Daarbij valt op dat het aantal werkende
scholieren toeneemt, naarmate het niveau van de schoolopleiding stijgt.
Vwo'ers hadden vaker werk dan leerlingen van vbo en mavo. Slechts 36%
van de werkende jeugd is in vaste dienst. Het merendeel is uitzend-,
oproep-, of invalkracht.
De meeste werkende jongeren komen in winkels terecht als
winkelbediende (14%), als caissière (7%) of als vakkenvuller
(7%). De horeca trok 6% van de werkende jeugd, de schoonmaaksector (van
kamermeisje tot glazenwasser) 5%. De kranten zoeken niet voor niets
naarstig naar 'jonge helden' of bezorgers: slechts 5% van de scholieren
bezorgt kranten, tijdschriften of folders als bijverdienste.
|