Voetbalmoord toch
duidelijk op video
door Ernst Nordholt - HAARLEM, dinsdag
Justitie in Haarlem heeft in de afgelopen maanden fout op fout
gestapeld in het onderzoek naar de dood van Ajax-supporter Carlo
Picornie.
De juiste procedures met betrekking tot de inbeslagneming van wapens
werd niet gevolgd en door een gebrek aan kennis bij de
opsporingsautoriteiten werkte het Haarlemse parket maandenlang met
ondeugdelijk videomateriaal.
Dat werd pijnlijk duidelijk in de zaak tegen Feyenoord-supporter Franky
L. die zich gisteren voor de Haarlemse rechtbank moest verantwoorden
voor zijn aandeel in de moord danwel doodslag op Picornie, eind maart
van dit jaar.
De 23-jarige L. was het slagveld bij de Beverwijkse bazaar op gerend
met in zijn hand een klauwhamer waarop zijn achternaam levensgroot
stond geschreven. Zelf verklaarde hij dat hij die hamer, bang als hij
was voor het strijdgewoel dat hij voor zijn ogen zag afspelen, had
weggeworpen.
Nadat de strijd over was en hij samen met zijn maatjes weer terugliep
naar de auto die op de A9 stond geparkeerd, kreeg hij het slagwapen,
naar eigen zeggen, weer in handen gedrukt van een Feyenoorder die hem
meldde 'dat hij iets vergeten was'.
Achteloos wierp Franky de met modder en bloed besmeurde hamer in de
achterbak van de Audi, kroop op de achterbank van de wagen en begon
zich om te kleden. Zijn schoenen waren compleet besmeurd en ook zijn
broek vertoonde tot aan zijn knieën de sporen van het drassige
strijdperk. Daarmee kon hij zich die avond onmogelijk vertonen op het
belijdenisfeest met zijn familie.
Bizar
Ter hoogte van Alkmaar werd de auto, waarin hij met zijn
drie kompanen zat, gecontroleerd. De hamer werd in beslag genomen. De
route die het vermeende moordwapen daarna aflegde voordat het in handen
viel van het rechercheteam was bizar.
Een ME'er kwakte het ding na inbeslagname achteloos op het dashboard
van de ME-bus. Van daar verhuisde het wapen naar een plekje onder de
banken, waar het twee dagen blijft liggen. Een ME'er die het voertuig
twee dagen later opruimde smeet het ding, met daarop duidelijk de naam
van L. geschreven, in een gereedschapbak achter in de ME-auto. Daar
bleef de besmeurde hamer met de bloedresten van Picornie ruim een maand
liggen.
Pas nadat Franky als verdachte 'in beeld' was gekomen, werd aangehouden
en het Recherche Bijstandsteam naarstig op zoek ging naar het wapen,
was er een wakkere ME'er die zich besefte dat hij het ding in een
gereedschapskist had geworpen. Het wapen werd uiteindelijk op 2 mei
teruggevonden in een politieloods in Wieringerwerf.
Bloedvlekjes
Het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk stelde vast dat de
piepkleine bloedvlekjes op de kop van de klauwhamer inderdaad afkomstig
waren van Picornie. Een van de onderzoekers die gisteren als getuige
werd gehoord liet echter weten dat het 'niet uit te sluiten was' dat er
door het gesol met het moordwapen sprake was geweest van zogeheten
'sporenvermenging'.
Naast de bewuste klauwhamer werd in de zaak tegen L. ook ruimschoots
aandacht besteed aan de videoband waarop te zien zou zijn hoe iemand
anders dan L. met het bewuste wapen zijn terugkeer maakte vanaf het
slagveld.
Die beelden zijn pas sinds 23 oktober beschikbaar. De afgelopen maanden
heeft het openbaar ministerie het tijdens de strafzaken die inmiddels
behandeld zijn moeten doen met een band van abominabele kwaliteit.
Experts van de Dienst Technische Ondersteuning van het Korps Landelijke
Politiediensten hadden verklaard dat de slechte kwaliteit te wijten was
aan een 'versleten kop van de Rijkswaterstaat-video'.
Videorecorder
Uiteindelijk bleek dat de videoband maandenlang was afgespeeld
op een verkeerde videorecorder. Een ambtenaar van Rijkswaterstaat die
een kopie had gemaakt van de band waarover het Haarlemse parket al
beschikte, had de reserveband maandenlang bewaard bovenop de
archiefkast in zijn werkkamer. Hij maakte de speurders daar op attent.
Zijn handreiking en de opmerking dat de band zeer wel bruikbaar was als
je hem maar af zou spelen op een goede gedigitaliseerde recorder, bleek
een heel ander licht op de zaak te werpen.
Dat vindt althans de raadsman van L., de Utrechtse strafpleiter A.S.
Van der Biezen. Als het aan hem had gelegen was de band in de Verenigde
Staten onderzocht door experts op dit gebied. De rechtbank wees dit
verzoek af, evenals het verzoek om schorsing van de voorlopige
hechtenis van L.
De zaak wordt op 3 februari voortgezet met het horen van nog een
reeks getuigen.
|