zaterdag |
Aardbevingen in ItaliëHet voorlopige dodental van de aardbevingen, die plaatsvonden in de provincies Umbrië en Marche en tot in Oostenrijk gevoeld werden, bedroeg gisteravond tien. Hele dorpen werden verwoest. Negenduizend inwoners in de streek werden dakloos. In grote delen van het rampgebied zijn zijn elektriciteits- en watervoorziening uitgevallen. Ook sommige wegen waren tijdelijk niet te gebruiken. Het leger is ingezet bij de hulpverlening. In Assisi was burgemeester Giorgio Bartolini net de schade van de eerste, nachtelijke aardbeving aan het opnemen, toen naschokken volgden. Deze brachten een groot deel van dak en gewelf van de St. Franciscusbasiliek tot instorten. Twee monniken en twee kunsthistorici raakten onder het puin bedolven en werden gedood. Een Italiaanse brandweerman zoekt tussen de brokstukken en meubilair van een in het dorp Collecurti, in het door twee aardbevingen getroffen Midden-Italië, ingestort huis naar tekenen van leven. De St. Franciscusbasiliek is wereldberoemd vanwege de fresco's van de Florentijnse schilder Giotto de Bondone. Er zijn diepe scheuren in ontstaan. Over de mogelijkheid tot herstel lopen de meningen uiteen. Bartolini had het over onherstelbare schade. De hoofdconservator voor het cultureel erfgoed van Umbrië is optimistisch dat de schade gerepareerd kan worden. Het graf van de Heilige Franciscus is niet beschadigd. De schade aan de kerk wordt geschat op honderd miljard lire (meer dan 115 miljoen gulden). Ook de kathedralen van Foligno, Bevagna en Fabriano zijn zwaar beschadigd. De VN-cultuurorganisatie Unesco en het Louvre in Parijs hebben reeds hulp aangeboden bij de restauratie. FOTO: REUTER |
Auteursrechten voorbehouden 1996-1997, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape of Microsoft Internet Explorer |