woensdag 23 april 1997

Massamoord in Algerije ALGIERS, woensdag Gewapende mannen hebben gisterochtend 93 mensen vermoord in het dorp Haouch Bougfi el Khemisti, 25 kilometer ten zuiden van Algiers. Onder hen bevonden zich 43 vrouwen en meisjes, zo maakte de Algerijnse veiligheidsdienst in een verklaring bekend. Als de slachting wordt bevestigd, is het de grootste moordpartij die in de afgelopen vijf jaar in de openbaarheid is gekomen. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de aanslag nog niet werd opgeëist, gaat Algiers ervan uit dat extremistische moslims het bloedbad op hun geweten hebben. Volgens de regeringsverklaring waren de slachtoffers "op gruwelijke wijze met messen om het leven gebracht". Dorpelingen die gisteren wisten te ontkomen, beschreven de daders als "zwaarbewapende moslim-guerrillastrijders" die uit wraak handelden omdat de dorpelingen weigerden te "collaboreren". De extremistische moslims, die strijden tegen de Algerijnse regering, zijn voor hun overleving vooral afhankelijk van de plattelandsbevolking, die vrijwillig, of onder dwang voedsel, geld en andere benodigdheden afstaat. "Maar we hebben niets meer om te geven. Ze hebben alles al afgenomen", aldus een overlevende, die naar de hoofdstad was gevlucht. De escalatie voorspelt weinig goeds voor de verkiezingen op 5 juni. De extremisten boycotten de verkiezingen en zij zullen hoogstwaarschijnlijk het geweld opvoeren om de bevolking door middel van terreur te dwingen hun zijde te kiezen. Het geweld begon in januari 1992. Toen namen extremistische moslims de wapens op nadat de regering de verkiezingen had geannuleerd, die het Islamitisch Reddingsfront (FIS) dreigden te winnen. In de afgelopen vijf jaar zijn in totaal al 60.000 slachtoffers gevallen. (AP/Reuter)

Auteursrechten voorbehouden 1996-1997, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape of Microsoft Internet Explorer