" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="RIGHT" ALT="">

Nog ruimte genoeg voor
nieuwe GSM-aanbieders

door ADRIAAN JANSZEN

De mobiele telefoon is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Wereldwijd zijn er nu al meer dan 100 miljoen mensen die regelmatig hun mobiele telefoontje gebruiken. Maandelijks komen er nog eens zo'n vijf miljoen mobiele bellers via GSM bij. Dat is veel meer dan de fabrikanten in hun stoutste dromen hadden kunnen denken.

Zij moesten sinds het eerste GSM-net in gebruik werd genomen al menigmaal hun prognoses bijstellen. En het ziet er naar uit dat dit nog wel een paar keer zal gebeuren. Men gaat er nu van uit dat er in het jaar 2004 meer dan 450 miljoen GSM-gebruikers zijn. Het succes van GSM is vooral te danken aan het feit, dat zoveel landen bereid zijn geweest om voor één 'globaal' systeem voor deze vorm van telecommunicatie te kiezen.

In meer dan 120 landen kan men nu al via GSM bellen. Daar beschikken nu in totaal bijna 300 ondernemingen over een eigen netwerk. Zo'n vijftig nieuwe staan op het punt hun diensten aan te bieden. Daaronder zijn er drie in ons land. Vanaf november komt Telfort (een combinatie van British Telecom met de Nederlandse Spoorwegen) in de lucht, Dutchtone (ABN Amro, Rabo en France Telecom) en doet dat rond de jaarwisseling en Brucop (een combinatie van TeleDanmark en Belgacom) volgt waarschijnlijk snel daarna. Die drie nieuwkomers gaan via de zogenaamde DCS1800-band hun diensten aanbieden. Eigenlijk ook GSM, maar dan op een andere frequentie (1800 MHz tegen 900 MHz).

Met hun komst lijkt een einde te komen aan de betrekkelijke rust die er ook na de komst van KPN's eerste concurrent op de mobiele markt, Libertel, aan het prijzenfront heerste. Telfort heeft althans al aangekondigd vooral ook op prijs de concurrentie te zullen aangaan. Hoe, is nog een goed bewaard geheim.

Nieuwe klanten werden, nadat Libertel op 29 september '95 (ruim een jaar na KPN) met een GSM-net in ons land startte, door dit bedrijf vooral aangetrokken door het aanbieden van nieuwe diensten. Dat was ook iets wat de klant goed kon vergelijken. Met uitspraken over het 'technisch zeer hoogwaardige netwerk' van beide aanbieders kon hij immers weinig. Hij moest maar aannemen dat dit zo was. Dat lag anders met de dienstverlening. Libertel's nieuwe diensten als het bellen zonder abonnement (men kocht voortaan een kaart met een beltegoed), het spraakgestuurd bellen en bellen en afrekenen per seconde, vonden bij de vroegeremonopolist KPN snel navolging om de concurrentie bij te blijven.

Maar ook al wordt de concurrentie naar het nu uitziet ook op prijzen uitgevochten, Libertel blijft een rotsvast vertrouwen in de toekomst hebben. "Er is ruimte genoeg voor nieuwe concurrenten", verzekert John de Wit, voorzitter van de directie van Libertel Groep.

"Ons land telt nu ruim 2,6 miljoen mobiele bellers, waarvan bijna 1 miljoen via ons net. Dat is nog slechts 16 procent van de bevolking. In Scandinavische landen ligt die penetratiegraad nog veel hoger. In Finland bijvoorbeeld heeft meer dan de helft van de bevolking een mobiele telefoon. In Zweden is dat bijna 45 procent en in Noorwegen 43 procent. Wij zijn duidelijk nog aan een inhaalslag bezig: eind dit jaar zitten we waarschijnlijk al tegen de 20 procent en aan het einde van het jaar 2000 kan dat 35 a 40 procent zijn, dus zo'n zes miljoen bellers. Dat is aanzienlijk meer dan de 25 procent waarvan de indertijd in onze vergunningaanvraag bij de minister uitgingen. Voor dit jaar rekenden we toen op 537.000 klanten. Dat worden er nu dus het dubbele".

Het belangrijkste succesnummer van zijn onderneming was wel de invoering van de prepaid-kaart, het bellen zonder abonnement, waarmee Libertel als eerste op de markt kwam. Van de 1,4 miljoen nieuwe klanten waren er meer dan 800.000 die voor dit systeem kozen. "We wisten dat er duidelijk behoefte aan zo'n kaart was, waarmee je gecontroleerd kon bellen. Maar dat de belangstelling zo groot zou zijn heeft ons verrast".

Voordeel van prepaid is volgens De Wit vooral het feit, dat er geen verrassingen met facturen meer zijn. Je weet van tevoren wat je maximaal aan mobiel bellen kwijt bent. Daarnaast hoef je als klant niet, zoals voor het afsluiten van een abonnement het geval is, een hele procedure door te lopen: je moet je kredietwaardigheid kunnen aantonen, men moet zich legitimeren, enz. Bij prepaid koop je een kaart, al dan niet met apart een telefoon, en je kunt meteen bellen.

"In tegenstelling tot wat velen denken zijn de gebruikers echt niet alleen scholieren. Onder de gebruikers zijn ook veel partners en veertig plussers die het op een risicoloze manier willen proberen. Opvallend daarbij is het veelvuldig doorschuiven van toestellen: pa had een telefoon en krijgt een nieuw speeltje, het oude toestel gaat naar partner of kinderen. Ongeveer de helft van aanschaf van een prepaid-kaart gaat gepaard met de verkoop van een nieuw toestel".

De Wit ziet voor de komende jaren nog heel wat nieuwe toepassingen voor de mobiele telefoon. "De technologische ontwikkelingen gaan nog steeds razendsnel. Het is echt nog niet zo lang geleden dat een mobiele telefoon de omvang had van een accubak, waarmee je moest rond zeulen. Nu zijn er toestellen, niet groter dan een pakje sigaretten. Maar ze zijn niet alleen veel kleiner geworden, je kunt er ook veel meer mee. Die toepassingsmogelijkheden zullen nog fors worden uitgebreid".

Op de nieuwste toestellen zit nu al vaak een infrarood-verbinding. Daarmee kan interactief met een printer, fax of pc worden gecommuniceerd. Een van de meest boeiende dingen die volgens De Wit komend jaar gaat gebeuren is dat de SIM-kaart intelligent. De SIM-kaart, nu nog alleen gebruikt voor de herkenning van het toestel door het netwerk en voor het opslaan van wat telefoonnummers wordt in feite een smart-kaart. De mobiele telefoon wordt eigenlijk een klein pc-tje wordt met de kracht en mogelijkheden die 10 jaar geleden een XT-computer had.

Chipper en chipknip krijgen er mogelijk een nieuwe concurrent bij. Als een proef op het vliegveld in Helsinki slaagt dan kunnen we wellicht binnenkort ook via de telefoon allerlei betalingen gaan verrichten. De proef wordt genomen met een frisdrankenautomaat. Men belt eigenlijk via zijn GSM de automaat, die verstrekt het blikje cola, waarna de afrekening via de telefoonnota geschiedt. "Je beschikt met je telefoon dus ook over een elektronische portemonnee", zegt De Wit. Volgens hem zullen mobiele telefoons over niet al te lange tijd ook uitgerust kunnen worden met speciale slots waarin je kaarten als chipper en chipknip kunt steken om ze op te laden.

Mobiele telefoonverbindingen kunnen ook gebruikt worden automatische alarmering. Zo werkt Mercedes aan een systeem, dat bij een ongeluk automatisch de alarmcentrale waarschuwt. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de airbag van een auto uitklapt. De centrale ziet meteen op een scherm waar de auto zich bevindt en kan de hulpdiensten inschakelen. "Technisch is vrijwel alles mogelijk. De vraag is alleen: hoe snel zullen dergelijke toepassingen door de markt worden opgenomen en is men bereid er voor te betalen".

Libertel zelf heeft intussen flink in zijn beurs moeten tasten om de klanten goede service te kunnen verlenen: dit jaar zullen de totale investeringen waarschijnlijk al boven de 1 miljard gulden uitkomen, dat is twee eerder jaar dan aanvankelijk werd verwacht. Naast uitbreiding van de capaciteit (binnenkort overigens ook voor communicatie via DCS1800) is het geld vooral bestemd voor verbetering van de kwaliteit. Apparatuur, die in '96 werd geïnstalleerd wordt nu al weer vervangen.

De Wit zegt nu met zijn netwerk een dekking te hebben van ruim 98 procent van Nederland. Maar 100 procent zal wel nooit worden gehaald, denkt hij. "Je zult altijd witte vlekken op de kaart houden. Op de Veluwe bijvoorbeeld mag je lang niet overal masten plaatsen. Dat blijft een probleem".