Clown Roberto Begnini
maakt
ontroerende oorlogsfilm
'La Vita è Bella'
is géén holocaust-komedie
door Dick van
den Heuvel
Onmiddellijk
na de première van 'La vita é bella' van de Italiaanse
komiek en filmmaker Roberto Begnini laaide de discussies hoog op.
De film werd een Holocaust-komedie genoemd, en splitste het publiek
onmiddellijk op in twee kampen. "Over de vernietigingskampen
mag je geen grappen maken", lieten sommige toeschouwers weten.
Anderen sloten Begnini's rolprent in de armen en koesterden het
kleinood zeer, omdat het een gedurfde en moedige poging was de oorlog
nu eens te laten zien door de ogen van een clown.
Begnini
neemt afscheid van zijn vrouw op het marktplein in 'la Vita è
Bella'
Begnini is naar
Parijs gekomen om daar verantwoording af te leggen voor wat hij
gemaakt heeft. Hij doet dat zonder enige schroom. Ook als de camera's
niet draaien is Begnini altijd vrolijk en heeft hij constant een
lach om zijn gezicht. Toch wil hij niet ontsnappen aan onze kritische
vragen over 'La vita é bella'. "Omdat ik vanaf het eerste
moment dat ik aan dit project begon wist dat ik ooit op het matje
geroepen zou worden. En daar wil ik nu dan ook niet aan ontsnappen."
Het is meteen
al een principiële vraag. Kun je wel een komedie of liever
een klucht maken over deze mensonterende en meest huiveringwekkende
periode uit onze wereldgeschiedenis. "Nee", zegt Begnini
beslist. "Maar dat heb ik dan ook niet gedaan. Als ik een klucht
had geschreven, dan waren alle personages raar geweest. Dan had
ik rare Duitsers, rare Italianen en rare Joden neergezet en daar
allemaal doldwaze situaties mee bedacht. In deze film komt maar
één man met humor voor en dat is Guido, de hoofdpersoon.
En hij gebruikt die clowneske kracht alleen maar om er voor te zorgen
dat zijn zoontje de oorlog overleeft."
"Ik ben
een clown", erkent Roberto Begnini. "Ik kan een film over
de oorlog alleen maar maken door die ogen. Een clown heeft geen
verstand. Hij heeft alleen maar gevoel en fantasie. Hij houdt van
het leven en het leven houdt van hem. De humor is niet een vorm
waar ik voor kies. Ik kan gewoon niet anders. Het is mijn blik op
de wereld. Het is mijn manier om naar mensen te kijken. Maar soms
en daar ben ik van overtuigd ziet een clown de dingen beter dan
een gewone mens.'
De film valt
uiteen in twee delen. Het eerste stuk vertelt alleen maar een rare
liefdesgeschiedenis tussen Guido (waarvan we dan nog niet eens weten
dat hij joods is) en de schooljuffrouw Dora. Guido wordt getoond
als een kolderieke gek die op ontroerende wijze het hart van Dora
weet te stelen, ook al zou ze eigenlijk trouwen met een vooraanstaande
fascist. Dan is het plotseling vijf jaar later en hebben de twee
een zoon. Het is dan intussen eind 1944 en Guido wordt samen met
zijn kind op transport gezet naar een vernietigingskamp.
Daar weet hij
er voor te zorgen dat zijn kind de verschrikkingen overleeft. Hij
doet alsof de oorlog een spel is, waarbij er punten verdiend moeten
worden. Als het jochie zich nou maar verstopt houdt, zal hij uiteindelijk
wel winnen en een echte tank verdienen. Op die manier weet hij er
voor te zorgen dat zijn zoontje niet in de gaskamer en de verbrandingsoven
terechtkomt.
"Als ik
geen Italiaan was geweest, had ik deze film niet gemaakt",
zegt Begnini. "Er woonden voor de oorlog bij ons relatief weinig
joden. Daarbij waren we bondgenoten met die Duitsers. Wij hebben
niet de wonden die Nederland of Frankrijk heeft. Misschien was ik
dan wel terughoudender geweest. Ik weet dat niet. Ik heb de film
gemaakt, zoals hij zich aan mij opdrong. Ik kon er niet omheen.
Ik moest hem maken. Ik had het idee gehad en ik werd er naar toe
gedreven. En ik weet dat ik op een dag besloot dat ik hem dan zo
eerlijk mogelijk moest maken. Het moest MIJN film worden, MIJN verhaal
over de oorlog. Mijn ode aan de fantasie die toch voor veel Joden
de enige kracht was die ze over hadden. Ze hadden niets te eten,
nauwelijks te drinken. Dan sterf je als je ook niets meer te dromen
hebt."
Roberto
Begnini's film is intussen gelauwerd op het Filmfestival van Cannes,
maar ook op het Festival van Jeruzalem, waar hij tot 'honorary Jew'
werd uitgeroepen. De film is brutaal en bevat grappen waar je wel
om moet lachen, maar die je meteen ook aan het denken zetten. "Als
humor blind maakt, is het slechte humor", zegt Begnini. "Liefde,
die mag blind maken..½ maar humor moet je je juist de ogen
openen."
Regie: Roberto
Begnini
Cast: Nicoletta
Braschi, Roberto Begnini, Guistino Durano
|