&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Advertentie...
DFTDe Telegraaf-iNieuwsLinkSportLinkDFTTelegraafNet



TV-gezicht van eerste uur begint nu aan De Afbouw

Eenenzestig jaar is RIA BREMER nu, maar op het internet staat zij te boek als 'tv-babe', weliswaar met de aantekening 'veteraan'. "Prachtig toch, babe-zijn aan het einde van je loopbaan?", grinnikt de vrouw die zich, na een aantal jaren in de dagbladjournalistiek, tot een nationale tv-persoonlijkheid ontpopte met inmiddels legendarische programma's als Avro's Televizier Magazine, 'Stuif-es-in' en 'Vinger aan de Pols', waaraan zij sinds 1980 haar gezicht en vakmanschap gaf.

Voor het eerst in twintig jaar 'Vinger' zal binnenkort een schaduw over haar gezicht vallen en zal zij haar opvolgster, oud-Journaal-lezeres Pia Dijkstra, vol in de schijnwerpers zetten. Dinsdag 17 oktober treedt Ria Bremer terug. "Vreselijk? Nee, een bewuste keuze. Mijn leven wil ik nu naar rustiger wateren leiden. Het vak zit in mijn hart en in mijn hoofd. Het is afgerond en mooi geweest."

Ria Bremer : "Het is mooi geweest"

door RENÉ STEENHORST

HILVERSUM - Het miezert en druilt, de green sopt. Ria Bremer snottert, de medisch journaliste van de AVRO-televisie is tegen minimaal een verkoudheidsvirus aangelopen en maximaal tegen een herfstgriep. Toch is ze in haar element, hier in Soestduinen bij de plaatselijke golfclub. "Dit is een fan-tas-tische sport!", jubelt de vrouw die als eerste Nederlandse programmamaakster op de buis de operatiekamer in de huiskamer bracht en de tv-kijker op doordeweekse avonden confronteerde met het bloederige binnenste van de mens.

Een kloppend hart, een levertransplantatie, de geboorte van een kind, een oogoperatie, erfelijkheid, een huidziekte, maar ook de stervende mens. Vele honderden reportages maakte zij over de meest uiteenlopende geneeskundige onderwerpen. Zij werd er talloze keren voor onderscheiden, door artsenverenigingen, patiëntenorganisaties, soms de farmaceutische industrie en, in 1996 namens Hare Majesteit, met de Orde van Oranje Nassau.

Nederland verslond, twintig jaar lang, 'Vinger aan de Pols' of gruwde soms bij de aanblik van een chirurg die met zijn operatiemes een incisie maakte in de borstkas van een patiënt. Het gebeurde immers altijd op een moment dat late eters het mes in hun biefstuk zetten...

Ria Bremer, nu met rode baseballpet op, golfclub in de hand, mikt op de bal. Ze geniet, een nies onderdrukkend en ongemerkt de eerste herfstbladeren vertrappend. "Dit is zo heerlijk, dat golfen. Ruim een jaar geleden zijn Bob, mijn man, en ik daarmee begonnen. Dit past echt in De Afbouw die wij samen hebben afgesproken. Twee keer per week, liefst meer, loop ik hier midden in de natuur en hoef even helemaal níets meer. Za-lig!"

...En dat zegt de vrouw die nog altijd een wervelende loopbaan heeft. Die de Nederlandse televisie heeft helpen opbouwen. Die de vertaalslag van het medisch handelen naar het algemene publiek wist te maken en daarmee de emancipatie van de patiënt heeft bevorderd. Die samen met de AVRO en Joop van den Ende enkele jaren geleden een eigen productiebedrijf opzette, dat inmiddels aardig draait. Afbouwen? Een rustig leven leiden, achter de geraniums? Met een boek? Is niets voor Ria Bremer!

Intussen aan de koffie, in het 'directiekantoor' van haar multimediabedrijf, op acht minuten lopen van Hilversum-CS. "Zei Joop van den Ende óók: 'Stoppen? Kan jij niet!' Was een jaar of vier geleden, toen hij mij vertelde dat hij iets leuks voor mij bedacht had. Joop, zei ik, dat moet je niet doen met mij, want ik stop: 1 juni 2000. Bob ook. Joop lachte. 'Lukt je nooit! Bovendien is het zonde: je kunt niet van het ene op het andere moment de knop omdraaien, de computer uitzetten, je tas leegmaken'. Bovendien zei hij, en dat vond ik ook heel waardevol: 'Alle contacten, alles wat je hebt opgebouwd, alles wat je nog kunt overdragen aan de jongere generatie; doe je dat dan niet meer?' Dáár had ik niet aan gedacht."

En dus...?

"Nou, we hebben er een aantal praatochtenden aan vastgeknoopt. Ineens zei Van den Ende: 'Weet je wat jij moet doen? Een eigen bedrijf beginnen. Wil ik best bij helpen. Helemaal niet als Endemol, gewoon als een goeie bekende'. Ik vond die gesprekken heel plezierig, ik kon met Joop de dingen op een rij zetten. Bijna 38 jaar zat ik bij de AVRO, wilde daar eigenlijk nooit weg, twijfelde heel sterk: de ene keer was ik in mijn gedachte-stapjes bíjna weg, het volgende moment toch maar weer niet. Toch was ik wel heel-erg-AVRO geworden. Joop van den Ende liet mij zien dat er meer te koop was in de wereld. Hij bracht me op afwegingen als: Moet ik commercieel gaan? Moet ik naar RTL gaan? Moet ik nieuwslezer worden bij het Journaal? Heeft allemaal gespeeld."

Uiteindelijk werd een tussenvorm bedacht: het tv-productiebedrijfje Medical Multi Media ontstond. Van den Ende en de AVRO zijn aandeelhouder, en MMM maakt nu 'Vinger aan de Pols' voor de AVRO. "Ik ging daarmee echter een pad op waarvan ik nog steeds niet weet waar het zal eindigen. Maar ik moet zeggen: ik lach me suf, iedere dag. We schrijven communicatieplannen, hebben zelfs daarmee onze eerste prijs in de wacht gesleept. Geven mediatrainingen aan medici en doen leuke dingen voor het ministerie van Volksgezondheid. Het is werkelijk énig!"

Snap je nu dat het dus wat geforceerd overkomt, dat geplande stoppen...?!

"Kijk, ik ben 61, jij bent 14 jaar jonger. Het komt, het kómt dat moment, ook voor jou. Dat je ineens niet meer zo nodig hoeft. Het is onvermijdelijk. Geloof me. Ik weet niet wat het is hormonen of conditie? Vijftien, 20 jaar geleden had ik er niet aan moeten denken, aan stoppen met werken. Documentaires maken, monteren in de studio, dat was het liefste dat ik deed. Inmiddels heb ik alles al gedaan, alles gezien, ben overal geweest. The circle of life is rond. Hooguit twee, drie jaar wil ik nog doorgaan, zij het in een wat rustiger vaarwater."

"Alhoewel stoppen natuurlijk nooit helemaal zal lukken daarvoor spelen er nog teveel ideeën in mijn hoofd ga ik wél het filmen terugdraaien, evenals het maken van interviews op locatie, het met cameramensen op stap gaan en het dag en nacht monteren. Bob en ik, we hebben erg hard gewerkt. Ik wil weleens de vrijheid hebben van een weekeind weggaan, of een week vakantie nemen. Dat kon dus nooit. Ik wil van die permanente druk af en meer rust."

Je ziet wat er met Joop van den Ende gebeurd is...! De bloeddruk van een hogedruk-tank...

"Precies! Ik denk ook niet dat hij nú zou zeggen wat hij me vier jaar geleden zei. Hij zou nu begrip hebben voor mijn besluit. Ik zal me dus voorlopig beperken tot wat eindredactiewerk bij Vinger. En wat mensen opleiden. En af en toe, maar dan moet het wel heel bijzonder zijn, zal ik nog eens in beeld verschijnen. Hoewel, zoals ik er nu over denk, toch óók niet meer met de Vinger-uitzendingen, volgend najaar, naar aanleiding van onze landelijke enquête 'Hoe bevalt Nederland?' Zo'n duizend enquêteformulieren hebben we nu de deur uitgestuurd. Het wordt fantastisch, alle verhalen van hoe vrouwen zwanger willen worden, wat zij beleven, zowel de leuke dingen als het verdriet daarbij. En welke de verschillen zijn tussen het nu- en toen-bevallen. Toen, 20 jaar geleden, toen Vinger aan de Pols eigenlijk voortkwam uit diezelfde enquête, waarvan wij nu dus deel-2 aan het voorbereiden zijn."

Hoewel steeds meer tv-presentatoren, als zielloze plastic poppen, tijdens interviews voorgebakken vragen stellen die in voorlees-tempo op de monitor aan hen voorbij trekken, is Ria Bremer altijd journalist gebleven. Scherpzinnig en overal meteen op reagerend. Soms wel eens te snel... Hoe ben jíj begonnen in de journalistiek?

"Bij de Friesche Koerier, als leerling journalist. Ik kwam van de middelbare school, had een vriendje dat bij het Vrije Volk werkte. Uiteindelijk belandde ik bij de Volkskrant en rolde, na enkele jaren, de radiowereld in. Deed dat stiekem, onder een andere naam: 'Marianne ter Steeg'. Mijn meisjesnaam is Maria Theresia Sitskoorn. Met die drie letters M-T-S wilde ik wat doen. Het werd dus Marianne ter Steeg. Nadat ik ineens werd gevraagd voor een piepklein tv-spotje, was ik, heel even maar, een fractie van een seconde, in beeld. Ook mijn stem was te horen."

En werd die ontrouw straffeloos toegestaan?

"Nee! Van der Pluym, mijn toenmalige hoofdredacteur, riep me bij zich en zei, kortaf: 'Volgens mij was jíj dat?!', ik gaf meteen toe. Ik moest kiezen van hem en koos voor de AVRO. Heb eerst het Radio-Journaal gedaan, en vervolgens àlles bij radio en tv wat me voor de voeten kwam. Net als bij de krant, waar ik de volledige praktijkopleiding heb doorlopen: opmaken, nachtredacties, de telex, fotograferen, de stype, het hele proces. In mijn tijd bestond er nog geen School voor de Journalistiek. En was een vrouw in de journalistiek een uniek fenomeen. Het gebeurde regelmatig dat ik door collega's van andere media werd geïnterviewd om te vertellen hoe het nu was 'een vrouw in de journalistiek' te zijn."

"Hetzelfde gebeurde toen ik bij Televizier-nieuwe stijl kwam: ik was er de enige vrouw, ook de eerste in een actualiteitenrubriek. En het eerste meiske dat de wereld overging voor allerlei rampen en ellende. Bovendien was ik de eerste mevrouw in Nederland die zwanger op het scherm verscheen en die bovendien nog eens nota bene in een kinderprogramma meldde dat er een kindje in haar buik zat. Het was 1970, bij Stuif-es-in." Talrijke boze brieven van ouders en grootouders, waaronder een enkele opzegging, vielen de AVRO ten deel. "Hoe ik dat kón vertellen, zo open en bloot. En nog wel aan kinderen. Schandelijk."

Die brieven waren er ook wanneer je, bijvoorbeeld tijdens uitzendingen van Stuif-es-in, kinderen midden in hun verhaal onderbrak. Of, later bij Vinger aan de Pols, patiënten, nabestaanden of andere geïnterviewden, soms botweg in de rede viel. Waar komt dat toch vandaan: dat bitse, dat afkappen van mensen die eindelijk eens hun verhaal hadden kunnen vertellen?

"Ik weet heus wel dat ik soms te snel ben. Of kortaf overkom. Heb ik overgehouden aan Stuif-es-in. Die liveuitzending mocht 50 minuten duren, er stonden 20 kinderen op het programma. Ik redeneerde: als dat ene kind te lang aan bod is, dan moet ik die anderen naar huis sturen. Dat wordt dus huilen! Dus greep ik in en zei dan, niet bits bedoeld: 'Nou even je mond houden, hoor!', want ik wist precies waar ik naartoe wilde met dat ándere kind, dat bijvoorbeeld heel leuk viool kon spelen of kon drummen. Maar ja, dan waren de ouders van dat eerste kind toch weer boos, omdat ik hun zoon of dochterlief had onderbroken."

"Maar ik heb het nóg, wanneer in de studio een man en een vrouw tegenover mij zitten. Mevrouw blijkt dan ongelooflijk bijdehand. Maar meneer, die ziek is of net genezen, is muisstil. Hij láát zijn vrouw, want zo gaat het immers thuis ook. Dan kan ik het gewoon niet laten ineens te roepen, misschien wat venijnig: 'Ach mevrouw, vindt u het goed dat ik eens even naar uw man ga, dan kan die ook wat vertellen!' Is zo'n man zes zinnen op weg, komt húp die vrouw er weer tussen. Cameraman er bovenop, want die vrouw vertelt het allemaal zo prachtig. Tja, dan kan ik me opnieuw niet inhouden: 'Mevrouw, we praten nú even met Uw Man!'"

Enerzijds ben je kortaf en gehaast, anderzijds lijk je tranen op te willen wekken. Met 'witjes' (korte momenten van stilte waarin de camera op tranenjacht is). Effectbejag?

"Nee! Hoe kom je erbij? Ook ik moet in een moeilijk gesprek namelijk weleens nadenken. Ik denk heus niet: 'Nu even wachten dan krijg ik wel emoties te zien'. Als er tranen dreigen ben ik er meestal onmiddellijk bij om te zorgen dat mensen zichzelf niet verliezen. Je hebt bij mij weinig mensen in de uitzending zien huilen. Wanneer dat toch gebeurde, dan zei ik weleens tegen cameramensen die nu eenmaal de neiging hebben door te blijven draaien: 'Ach laat die mensen even'. Of ik knipte de tranen er later uit. Tranen vind ik namelijk zoiets privé's, dat hoeft niet iedereen te zien."

Je beschrijft jezelf als 'zakelijk, nieuwsgierig, altijd de eerste willen zijn'. Je komt over als een harde, inderdaad zakelijke vrouw. Hoe heeft zich dat al die 20 jaar kunnen verhouden tot een uitgesproken 'gevoelsprogramma' als Vinger aan de Pols?

"Of ik hard ben, weet ik niet. Wél dat ik geen uitgesproken gevoelsmens ben. Maar toch was mijn belangstelling nooit namaak. Ik ben heel belangstellend, wil het ook allemáál weten. Maar ook dat wordt misschien negatief uitgelegd, als ik dit zó zeg. Kijk, ik wilde gewoon àlles weten om een mooi programma te kunnen maken. Het heeft overigens wel invloed op mij gehad, al die verhalen vol pijn en verdriet. Ik ben er ánders ouder door geworden. Anders volwassen geworden."

Neem je ze mee naar huis, die verhalen?

"Sommige wel. Maar, dit vind ik zo moeilijk om te zeggen... omdat ik daarmee dan al die andere verhalen, die natuurlijk in mijn hoofd en in mijn hart zitten, teniet zou doen. Er was nooit een verhaal dat mij niets deed. Maar van verreweg de meeste verhalen lig ik niet wakker. Dat kan ook niet, dan zou ik niet kunnen functioneren. Toch zijn er verhalen die mij wel uit mijn slaap houden: zoals het verhaal van een moeder die haar twee kinderen verloor aan een erfelijke hartziekte en ook haar echtgenoot daaraan was kwijtgeraakt. Dat is iets dat ik niet van mij af kon zetten. Die vrouw staat volledig alleen op de wereld."

"Mogelijkerwijs raakte mij dat zo intens omdat het ook heel dicht bij jezelf komt. Stel je voor dat mijn kinderen allemaal ineens wég zouden zijn. Ik vraag me af of ik dan nog verder zou willen leven. Niks meer, alles weg, man en kinderen. Met deze moeder heb ik af en toe nog contact. Privé. Zonder camera's."


© 1996-2000 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
e-mail: redactie@telegraaf.nl