WeerkamerAutotelegraafSpeurdersReiskrantVacatures WoonkrantDFT
Telegraaf.nl Snelnieuws Telesport
Privé DFT/financieel i-Mail

Ga naar
Naar De Krant
Service
Deelkranten
Holding

Persoonlijke problemen bleven Juliana niet bespaard

Veel zorgen op Soestdijk

Persoonlijke problemen bleven prinses Juliana in haar lange leven niet bespaard. Moeilijk had zij het al in de Tweede Wereldoorlog toen zij jarenlang met haar kinderen, gescheiden van haar man en moeder, in Canada verbleef.

Want hoewel het leven haar daar wel beviel, het was niet gemakkelijk om zover van haar man te zijn, in de wetenschap dat hij regelmatig aan gevechtshandelingen deelnam.

Maar dat was nog niets vergeleken met wat haar in de jaren vijftig overkwam. Toen raakte zij verwikkeld in wat zou uitgroeien tot de Greet Hofmans-affaire.

Greet Hofmans was een gebedsgenezeres die beweerde van God de opdracht te hebben gekregen zieken te genezen. De vrouw was op Soestdijk te hulp geroepen in verband met de gezondheidsproblemen van prinses Christina. De prinses, die toen nog Marijke werd genoemd, dreigde blind te worden als gevolg van haar ooghandicap. Die was ontstaan toen haar moeder Juliana tijdens haar zwangerschap rode hond kreeg.

Modder

In eerste instantie had prins Bernhard Hofmans bij Juliana geïntroduceerd. De ´genezeres´ bleek als een ware Raspoetin een wig tussen het koninklijk paar te drijven en steeds meer invloed uit te oefenen op de vorstin. Gevolg: een diepe crisis op Soestdijk.


In feite stonden aan het hof twee kampen lijnrecht tegen over elkaar: Juliana gesteund door prinses Wilhelmina, en Bernhard gesteund door zijn vier dochters en zijn moeder prinses Armgard. Over en weer werd met modder gegooid. In de ogen van Bernhard was de wat zweverige en pacifistische Juliana in die periode, populair gezegd, een geesteszieke vrouw die zich op sleeptouw liet nemen door een gebedsgenezeres. Naar eigen zeggen liet Hofmans zich inspireren door directe adviezen van Christus. Gaandeweg had de Koningin zich geheel afhankelijk gemaakt van deze vrouw. Juliana liet zich in veel zaken door haar beïnvloeden. Formeel bleef de politiek daar buiten, maar Hofmans´ opmerkingen daarover speelden indirect wel degelijk een rol. Buitenlandse kranten wisten te melden dat Juliana tegen de bewapeningswedloop was en desnoods wilde aftreden als het Defensiebudget niet werd verminderd. Binnen de NAVO werd gevreesd dat Nederland zijn militaire verplichtingen niet meer zou nakomen.

Ook bij de opvoeding van de kinderen werd de hulp van Hofmans ingeroepen.

De prinsessen Beatrix en Irene vonden hun moeder niet meer in staat te regeren. Ze moest aftreden dan wel worden opgenomen, vonden ze. Prinses Marijke haatte Greet Hofmans.

Premier dr. W. Drees durfde niet in te grijpen. Alleen naar oud-premier Beel werd door beide echtelieden nog geluisterd.

Voor de ministers was het probleem dat een uit elkaar spatten van het huwelijk grote gevolgen zou hebben. Het volk zou zeker de populaire Koningin steunen, van wie geloofd werd dat ze niet langer in staat was te regeren. De Duitse prins zou de publiciteitsslag zonder meer verliezen, terwijl de ministers, maar ook de vier prinsessen achter hem stonden.

Spaanse prins

Het trio wijze mannen Gerbrandy, Beel en Tjarda van Starkenborgh Stachouwer wist de ruzies uiteindelijk te sussen. Het huwelijk en de monarchie werden gered, nadat Hofmans en de kliek achter haar de toegang tot het paleis was ontzegd.


Met de onheilspellende mededeling „Pappa en Mamma ik moet jullie wat vertellen”, zette prinses Irene in 1964 een rel rond haar persoon in gang. De tweede dochter van prinses Juliana en prins Bernhard was verliefd geworden op de Spaanse Carlistenleider prins Carel Hugo de Bourbon de Panne.

Hoewel van hoge adel, was de verbintenis met Carel Hugo problematisch. Hij maakte aanspraak op de Spaanse troon, schurkte tegen de dictator Franco aan en was belijdend katholiek. Voor een huwelijk zou Irene zich dus moeten bekeren en afstand doen van haar rechten op de Nederlandse troon.

Toch kwam het ervan, maar dit ging niet zonder slag of stoot. De Koningin en haar man moesten uiteindelijk voor de televisie naar de huwelijksplechtigheid in Rome kijken. De eerste dochter van het paar dat in het huwelijk trad, moest dit doen zonder haar ouders. Een verschrikkelijk offer.

In de twee jaren daarop brachten de verloving en het huwelijk (in 1966) van prinses Beatrix met de Duitse diplomaat, jonkheer Claus von Amsberg, de gemoederen in beweging.

Het feit dat de kroonprinses zich amper twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog verloofde met een Duitser, die bovendien als soldaat in de Wehrmacht had gediend, leidde tot felle protesten. Bij de aankondiging van het huwelijk stelde Juliana het Nederlandse volk gerust door te zeggen, dat zij zich geen betere man voor haar dochter en geen betere schoonzoon zou kunnen wensen. „Ik verzeker u, het is goed.”

Ook de Lockheed-affaire in 1976, waarbij prins Bernhard werd gedwongen tot een publieke knieval, de latere echtscheidingen van de prinsessen Irene en Christina, alsmede de ziekte van prins Claus waren voor Juliana een grote zorg.

Bij haar aftreden dankte prinses Juliana prins Bernhard voor alle ontvangen steun bij haar „mooie, maar zware werk”. „Al was het maar voor zijn rake en geestige opmerkingen op ´t juiste moment”, voegde zij hieraan toe. Prins Bernhard zei ooit dat de grote mate van vrijheid die beide echtelieden elkaar gunden het geheim was geweest voor hun ruim 60 jaar lange huwelijk. Zoals zij weinig ophad met de snelle zakenwereld, de jachtpartijen en de golfcourses was hij niet overmatig geporteerd voor haar chronische belangstelling voor de minderbedeelden in de maatschappij, met wie zij zich onvoorwaardelijk solidair had verklaard.

In een interview met deze krant, ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag, verklaarde de prins: „Of ik een vriendschappelijke relatie met mijn vrouw had. Of ze een vriend van me was? Het is anders dan met mannelijke vrienden. Wél heb ik altijd op haar gerekend. Zo stond ze bijvoorbeeld tijdens de Lockheed-affaire pal achter me.

Soestdijk is thuis en het voelt altijd goed om thuis te komen”, aldus de prins over zijn vrouw.

Over het voortdurende gebrek aan privacy waarmee zij in haar leven werd geconfronteerd; het constante gevoel in een glazen huis te leven, zei zij bij haar troonsafstand in 1980: „Er steekt veel waarheid in het spreekwoord: ´hoge bomen vangen veel wind. Een wind die de takken van andere bomen nauwelijks doet bewegen , lijkt heviger bij wat boven het landschap uitsteekt.

Dit maakt dat wat er in of rondom onze familie voorvalt dan ook vele malen vergroot in de samenleving overkomt. Het legt ons voortdurend zelfbeperking op en kan allerlei offers vergen. Wij leven als in een huis vol ramen, waarvan het glas van verschillende kleuren en de gordijnen vol grillige kieren is. Zodat men daar doorheen de figuren maar schimmig en grillig waarneemt. De toeschouwer blijkt hoogst zelden het ware beeld te kunnen zien, maar kijken doen ze wel. En dat is jammer voor liefhebbers van de nuchtere waarheid zoals wij. Bovendien zouden wij de intimiteit van ons familieleven als een goed en onaantastbaar recht gerespecteerd willen weten, net zoals ieder ander dat wenst.”

Na haar aftreden in 1980 kondigde zij aan samen met prins Bernhard te midden van het Nederlandse volk te zullen blijven en zich ook na haar troonsafstand nog zoveel mogelijk nuttig te willen maken voor de samenleving. Die woorden heeft zij ruimschoots waargemaakt. Zo accepteerde zij onder meer het erevoorzitterschap van de Nationale Commissie Internationaal Jaar van Gehandicapten.


© 1996-2004 Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V., Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.