&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Geen hoofdrol voor Nederlanders

door Willem Leniger
foto: AGJ

Rolf MuntzOok dit jaar zal het TNT Dutch Open door een buitenlander worden gewonnen. Dat is geen zwartkijkerij of negatief chauvinisme, maar gewoon realiteit. Want zelfs met een stevig contingent Nederlandse amateurs en professionals aan de start zijn we kansloos voor de titel. Twee, drie man in de finaleronden en één plaatsje bij de eerste 25 is al mooi.

Vergeet zaken als het voordeel van het 'thuispubliek' en 'de baan goed kennen'. De toppers kennen de baan na een paar trainingsronden beter dan de meeste leden van de Hilversumse Golfclub na vele jaren spelen. Het is immers hun vak. Zij zien méér, onthouden méér en noteren méér. En het publiek, onpartijdig als de Nederlanders zijn, kan onmogelijk een Muntz, Derksen of wellicht een deelnemende amateur die vleugels geven die je nodig hebt om het van de gelouterde internationals te winnen. Nee, voor de Nederlanders geldt het TNT Dutch Open als een prachtige kans ervaring op te doen en wellicht een plaatsje in de subtop te bemachtigen. Daar moeten we voorlopig mee tevreden zijn.

Golf wordt niet gewonnen door iemand die daar nog niet aan toe is. Die kan één of zelfs een paar ronden fantastisch spelen, maar golf wordt over vier ronden beslist. De vierde is daarbij veruit de moeilijkste. Vooral de laatste negen holes.

Geluk kan je ook vergeten. Dat komt niet voor in golf. Goed, je kan een paar keer een gelukkige break hebben bal stuit via boom terug naar de baan maar niemand heeft vier ronden lang alleen maar geluk. Tegenover het 'geluk' van een lange putt die valt, staat altijd wel weer de 'pech' van een gemist kort puttje...

Het zal dus van pure kwaliteit moeten komen en die is helaas (nog) niet aanwezig in ons land. Het zit er wellicht aan te komen, maar het heeft tijd nodig. Ook al luidt het spreekwoord 'wat goed is, komt snel'!

Wanneer je een paar van de recente internationale toppers nader beschouwt, dan wordt duidelijk dat Nederland op dit moment geen amateurs of professionals heeft die binnen afzienbare tijd een bijrolletje kunnen inruilen voor een hoofdrol. Het verhaal van Tiger Woods is uit en te na bekend. Op zijn derde jaar begonnen, op zijn vierde versloeg hij zijn vader, een jaar later kampioen van zijn straat enzovoorts. Een ongelooflijk talent waaraan professionele begeleiders al zo'n tien jaar werken, gesteund door schier oneindige hoeveelheden sponsorgeld. Stuk voor stuk zaken die de Nederlandse golfers ontberen. Wat zij óók missen en wat Woods wél heeft, dat is die onstuitbare wil om te winnen. Dat is zijn drijfveer in de baan en dat is zijn reden om altijd te streven naar perfectie en daar keihard aan te werken.

Woods won recent drie van de vier toernooien die hij speelde en pakte weer de eerste plaats op de wereldranglijst. Waar hij even door zo'n ander Amerikaans kanon, David Duval, van was afgedrukt.

Sponsoring alleen is dus absoluut niet het antwoord. Het is uiteraard nodig (of makkelijk?) om de beginnende golfer op weg te helpen, maar ook niet meer dan dat. Ruud Bos kreeg destijds veel geld om zich geheel aan de sport te wijden en ook mannen als Muntz en Lafeber hebben nooit de honger gekend die de meeste topgolfers van nu wél hebben meegemaakt. Geld is belangrijk, maar niet bepalend.

Sergio Garcia is een ander voorbeeld van een topper van nu. Ook alweer zijn eerste bal vanuit de box geslagen. En ook alweer hoewel pas 19 jaar oud zo'n vijftien jaar training achter de rug. Met een staat van dienst als amateur waar geen enkele Nederlander ooit van heeft durven dromen. Een paar gegevens: op zijn veertiende voor het eerst op uitnodiging aan een proftoernooi meegedaan en de cut gehaald, winnaar Brits amateur open, handicap +5,6 (!) toen hij in april van dit jaar overstapte naar de rangen van de pro's. Waar hij startte met een derde plaats in zijn eerste Amerikaanse toernooi en een overwinning in het Ierse Open, zijn vierde toernooi op de Europese Tour. Garcia hoeft niet eens een tourkaart te halen: hij is nu al verzekerd van meespelen in Amerika en Europa volgend jaar. En het is nu al duidelijk dat, indien nodig, Garcia een wildcard krijgt voor de Ryder Cup.

Het volgende 'wondertje' heet David Park. Won het tweede toernooi dit jaar op de Challenge Tour, kreeg een invitatie voor het Marokkaanse Open, werd daarin na een op de zesde hole verloren play-off tweede en won vervolgens een week later de prestigieuze Compaq European Grand Prix in Engeland. Dat leverde hem niet alleen letterlijk de hoofdprijs van 375.000 gulden op, maar tevens een Tourkaart tot eind 2002 en deelname aan het Britse Open. Leeftijd van Park: 25 jaar. Horen we nog veel meer van.

Voor Nederland hangen dergelijke wonderen niet in de lucht. Muntz is al te lang bezig sinds zijn sensationele overwinning in het Britse Amateur Open in 1990 om nog te verrassen. Derksen weet wellicht het beste waar hij mee bezig is. Hij maakt stapje voor stapje progressie en kan best een eind komen, maar de weg is lang. Lafeber werd na één superronde als amateur tijdens een Dutch Open van enkele jaren geleden meteen een gouden toekomst toegedicht. Hij had 'alles in huis' en zou het volgens vele kenners helemaal gaan maken. Moeizame jaren volgden met een opleving begin van dit seizoen en daarna gewoon weer terug naar af. Hoewel hij inmiddels een stuk meer ervaring heeft, blijft ook voor hem de weg lang en onzeker. Chris van der Velde staat al tien jaar op een hoog niveau en won anderhalf jaar geleden zelfs de Tourschool, maar ook hij is nooit doorgebroken. En de anderen amateurs en pro's liggen nog een straatlengte achter dit viertal.

We zullen het dus van een opkomende ster moeten gaan hebben en die moet wellicht nog geboren worden. Vergeet de topper van de plaatselijke club die op zijn achttiende 'al' handicap 4 speelt en die het nu, dankzij wat plaatselijke sponsoring, 'helemaal gaat maken omdat hij zich nu alleen nog maar met golf gaat bezighouden'. Die is het dus niet, want wat deed dat manneke daarvoor dan wel? Had hij het toen zo verschrikkelijk druk met school dat hij geen twee uur per dag kon putten op het tapijt in zijn kamer? Of is iedere dag twee uur putten misschien niet leuk? Nee, een mogelijke topper moet écht met golf bezig zijn. Moet liefst scratch spelen vóór zijn vijftiende jaar. Moet een grote staat van dienst opbouwen als amateur, zowel nationaal als internationaal, en moet beschikken over al die andere zaken die aan de orde komen. Die keiharde killersmentaliteit, die onverzettelijke wil om te winnen, die stressbestendigheid en die werklust. Altijd maar weer gaan oefenen. Ballen slaan, chippen tot je erbij neervalt, putten, putten en nog eens putten. Gewoon hard werken, zoals iemand in de normale maatschappij ook een mooie positie kan bereiken door hard te werken.