" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="RIGHT" ALT="">

Dutch Open, een Europese klassieker

TNT Dutch Open is de 'andere' benaming van wat officieel het internationaal kampioenschap van Nederland heet. En de geschiedenis van dat toernooi gaat terug tot 1912. Het toernooi op Hilversum is de 79e editie van het Dutch Open en daarmee is het toernooi een van de oudste van de Europese Tour. Het Brits Open is vanzelfsprekende de moeder aller golfwedstrijden. Het eerste kampioenschap werd al in 1860 gespeeld. Van de huidige wedstrijden op de Europese Tour zijn alleen het Frans Open (1906), het Belgisch Open (1910) en het Duits Open (1911) ouder.

In 1912 won de in België werkzame Britse professional George Pannell op de baan van de Haagsche Golf & Country Club, die toen nog een 9-holesbaan bij renbaan Clingendael had. Pannell had voor de 36 holes 158 slagen nodig. Over de nummer twee wordt in geen enkel historisch artikel of overzicht gerept...

Drie jaar later volgde de tweede editie van het Dutch Open, weer op de Haagsche, en nu was de winnaar een Nederlander: Gerry del Court van Krimpen. In 1916 behoorde hij tot een van de oprichters van het Nederlandsch Golf Comité, de voorloper van de NGF.

In 1916 kreeg het Open een onverwachte sportieve impuls door de deelname van enkele in ons land geïnterneerde Britse officieren. Een van hen, majoor Charles de Bryce, legde prompt beslag op de eerste plaats.

Tot 1933 werd het Dutch Open over 36 holes gespeeld. De eerste 72-holesversie eindigde op De Pan in een zege voor de in Engeland geboren Zuid-Afrikaan Sid Brews. Brews liet een totaal van 268 slagen, 2 onder par, noteren.

De internationale golfelite had Hilversum toen al twee keer bezocht. Het eerste Open over 72 holes vond voor de Hilversumsche in 1936 plaats. De legendarische Belg Flory van Donck was de winnaar; het was de eerste van vijf Dutch Open-zeges voor onze zuiderbuur.

De laatste Nederlandse winnaar van ons Open? Dat was Joop Röhl, die in 1947 onder tropische omstandigheden op de Eindhovensche Golf alles en iedereen de baas bleef. Röhl bezegelde zijn zege met een keurige 68 in de laatste rond. Zijn winnende totaal was 279, 9 onder par.

Gerard de Wit, de grootste Nederlandse golfer aller tijden, had het Open minimaal één keer moeten winnen. Maar hij is blijven steken op een handvol top-10-plaatsen en twee verloren play-offs. In 1954 moest De Wit op de Haagsche in een verlenging zijn meerdere erkennen in de Italiaan Udo Grappasonni en een jaar later was een andere Italiaan, Alfonso Angelini, te sterk voor de Nederlander.

In de loop der jaren hebben tal van grote spelers ons Open gewonnen. De gastvrijheid én de kwaliteit van de organisatie waren en zijn steeds aanleiding om een retourtje Nederland te bestellen. Voorbeelden? De Zuid-Afrikaan Bobby Locke, winnaar van vier Brits Opens, die in 1939 op de Kennemer de beste was. Of de Spaanse grootmeester Severiano Ballesteros, die zijn eerste van drie Dutch Opens in 1976 op pas 19-jarige leeftijd in de wacht sleepte. Of Colin Montgomerie, de beste Europeaan van dit moment, die in 1993 op het allerlaatste moment besloot naar Noordwijk te komen en prompt won. Of Payne Stewart, de extravagant geklede Amerikaan, in 1991 de beste inclusief een rondje 62 op de Noordwijksche.

Dit jaar vindt het internationaal kampioenschap van Nederland voor de 19e keer op Hilversum plaats. Het is ook de vijfde achtereenvolgende maal dat het toernooi op de Gooise bosbaan plaatsvindt. En het is slechts één keer eerder gebeurt dat het Open zo vaak achter elkaar op dezelfde baan werd georganiseerd: in de jaren '20 was de Haagsche vijf jaar achtereen gastheer.