" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="RIGHT" ALT="">

Groot geld in golf voor kleine groep
De meeste golfers staan rood

De meeste golfers verdienen het zout in de pap niet. Dát is de harde conclusie die je moet trekken na het doorvorsen van de golfstatistieken. Slechts 115 van de spelers op de Europese Tour zien dit jaar kans om kostendekkend te spelen. En alleen de top verdient een dikke boterham. De meesten echter staan rood. Voor hen is het sappelen geblazen. Rondkomen van wat sponsorcentjes van een goedwillend lid van een golfclub of een bevriende zakenman. Het grote geld waarover zo vaak wordt gesproken, is slechts weggelegd voor enkelingen.

Velen menen dat een jochie dat een aardige bal slaat het wel even zal maken op de Tour. Het beste spelertje van de club, handicap 2 of 4 en zojuist met vier rondjes van 75 clubkampioen geworden, wordt door de leden op handen gedragen. Hij is de coming man. Lee Westwood pas op je tellen. Tiger Woods kijk uit. Joost de Swinger komt er aan met zijn allesvernietigende drives! De Langer van de lage landen is zojuist opgestaan op de nieuwe negen holes baan van Broekhuizen.

Uiteraard horen we nooit meer iets van die Joost de Swinger of hoe al die clubtalenten ook mogen heten. Want om door te breken in de harde wereld van de professionals is veel méér nodig dan een lage handicap en een enkel rondje 66 op de homecourse. Een start als amateur met een plushandicap van liefst 3 of 4 is een goed begin, maar zegt verder nog weinig. Muntz had volgens de statistieken van de PGA +3, Van der Velde +2 en Lafeber +4. Net zoals zovele buitenlanders die bij de beginners horen of al hebben afgehaakt. Ervaring is een belangrijke factor. Precies zoals bij de beginnende golfer de zenuwen door het lijf gieren tijdens de eerste pro-am, zo vergaat het de nieuwelingen op de Tour. Van der Velde zei het destijds al: "dan sta je opeens op de driving range tussen Faldo en Ballesteros in". Ja, en dan gebeurt er iets met je.

En dan is er die reeks andere eigenschappen die je nodig hebt om het te kunnen maken in het harde professionele golfwereldje. Een wereldje waarin enkele duizenden golfers een bescheiden boterhammetje verdienen en waar wereldwijd nog geen 1.000 spelers het goed tot uitstekend hebben. Op de 100 miljoen + golfers wel te verstaan! De Staatsloterij geeft meer kans op het grote geld!

Halverwege dit jaar, na het Ierse Open, hebben rond 115 professionals via verdiende prijzengelden hun kosten er uit. De rest legt er tot op heden dik op toe. Zij hebben een negatief inkomen en kunnen zich slechts staande houden door steun van sponsors en door 'klusjes'. De beste 100 pro's verdienen geld. Maar je moet al bij de top 25 horen om groot geld te verdienen. De Tour Millionairs CLub laat dat duidelijk zien. Van deze club word je lid wanneer je op de Europese Tour in je hele carrière een miljoen pond aan prijzengeld bijeen hebt geslagen. Tot nog toe is dat 66 spelers gelukt in zo'n 30 jaar. De topper is Colin Montgomerie, die al vijf jaar de best verdienende pro in Europa is. Hij mepte 7,2 miljoen pond, ofwel zo'n 25 miljoen gulden aan prijzengeld bijeen. Bernhard Langer ligt daar 3,5 miljoen gulden achter en Ian Woosnam volgt op een verdere twee miljoen. Nummer 25 op de lijst, David Gilford, is nog altijd goed voor zeven miljoen gulden.

De meeste leden van de miljonairsclub hebben er tien, twintig of zelfs meer jaren over gedaan om deze prijzengelden bij elkaar te slaan. Montgomerie is 11 jaar bezig, Langer al meer dan 25 jaar en Woosnam begon in 1976. Het aantal pro's dat het heeft geprobeerd op de Europese Tour, sinds de start ervan zo'n 30 jaar geleden, loopt inmiddels in de duizenden. De kans om te slagen is gewoon erg klein.

De grote doorbraak van de Nederlanders is ook nog niet in zicht. Ruud Bos en vele anderen probeerden het, maar haalden het niet. Rolf Muntz is tot op heden het verst gekomen. Hij is de enige met Tourcard categorie 11, maar hij breekt nog geen echte potten. Chris van der Velde won de Tourschool bij zijn vijfde poging, maar bivakkeert momenteel op de 154ste plaats van de Order of Merit met 12.000 pond achter zijn naam, waar er zo'n 55.000 nodig zijn om de Tourcard te behouden. Maarten Lafeber en Robert-Jan Derksen zijn 189ste en 199ste. Hun kansen om de kaart te behouden zijn nog kleiner, hoewel één uitschieter in een toernooi soelaas kan bieden.

Een blik in de statistieken leert hoeveel er voor nodig is om bij de pro's mee te gaan tellen. Derksen speelde in 13 toernooien mee en haalde tweemaal de cut om als 52ste en 53ste te eindigen. Lafeber speelde tien toernooien mee en haalde driemaal de cut met als hoogste finish een 14e plaats in het zwakbezette Madeira Open. Beide andere keren eindigde hij ver in de achterhoede. Van der Velde speelde 12 toernooien mee en wist in vijf ervan de cut te halen. Zijn hoogste klassering bleef echter bij een 51ste plaats steken. Muntz nam tot op heden dit jaar aan 16 toernooien deel en haalde negenmaal de cut. Zijn beste finish was een vijfde plaats in de Qatar Masters. Goed voor bijna 22.000 Engelse ponden.

De cijfers van toppers als Montgomerie en Westwood zien er heel anders uit. Colin speelde tot en met het Ierse Open zevenmaal mee en haalde zevenmaal de cut. Hij won het Volvo PGA-kampioenschap en eindigde zesmaal in de toptien. Lee Westwood speelde negenmaal mee, haalde negenmaal de cut, won twee toernooien en eindigde vijfmaal in de toptien. Beiden verdienden reeds zo'n 400.000 pond. Het gemiddeld aantal slagen van Montgomerie per ronde is 69,2 en van Westwood 69,5. Muntz staat op 72,2, Van der Velde op 73,2, Lafeber op 74,2 en Derksen op 74,6.

Die cijfers zeggen veel. Startende pro's, hoe goed ze ook als amateur waren, hebben jaren nodig om voldoende ervaring op te doen om met de gevestigde orde mee te kunnen komen. Het verschil tussen de rookies Derksen en Lafeber met de toppers Westwood en Montgomerie is nu nog per ronde vijf volle slagen. Muntz zit er 'nog maar' drie slagen vanaf en Van der Velde vier. De tijd zal leren of zij voldoende progressie kunnen maken en over een voldoende lange adem beschikken en voldoende doorzettingsvermogen om ook op een gemiddeld aantal slagen van minder dan 70 uit te komen.

Maar ons viertal speelt in ieder geval al op de Tour. Zij hebben de eerste grote hindernissen al genomen en kunnen nu proberen verder door te stoten. Zij zijn al stukken verder dan die honderden golfers die jaar in jaar uit proberen om een startbewijs voor de Tour te halen maar die al in de kwalificatie afvallen. Of, erger nog, die kwalificatie niet eens halen. Derksen, Lafeber, Van der Velde en vooral Muntz hebben de kansen in eigen hand. Zij kunnen, met wat geluk, doordringen tot de categorie die geld maakt met golf. Wellicht begint dat deze week al op de Hilversumse.