Muziek VWO, pagina 1
|
Berekening van een (eind)cijfer op basis van deze uitwerkingen en mogelijke antwoorden gebeurt op eigen verantwoordelijkheid en kan riskant zijn.
|
I. Strawinsky Le sacre du printemps
Vraag 1
Maximumscore 1
Kleine terts, kleine 3
Vraag 2
Maximumscore 2
Maat 4: noot 1 en 3
Maat 4: noot 3
Vraag 3
Maximumscore 2
Overeenkomst :
- er wordt gebruik gemaakt van dezelfde ritmische motieven
- allebei maatwisselingen
- vergelijkbaar geaccentueerd, accenten liggen grotendeels het zelfde
Verschil :
- meer motieven
- de volgorde van de motieven is anders
- meer gebruik van kwartnoten
- de accenten liggen soms op andere plaatsen
Vraag 4
Maximumscore 1
Fagot
Vraag 5
Maximumscore 1
Vraag 6
Maximumscore 2
- zowel stijgend als dalend
- grotere intervallen
- de altfluit speelt niet steeds hetzelfde motief
- het motief is langer
- het motief wordt ook op andere toonhoogtes gespeeld
- gebaseerd op drieklanken
Vraag 7
Maximumseore 2
De begeleiding blijft steeds gelijk waar overheen eerst een melodie, later gevolgd
door twee melodiën
Vraag 8
Maximumscore 2
twee noemen:
- geen duidelijke tonaliteit / toonsoort (neiging naar bitonaliteit)
- veel vrij gebruikte dissonanten (sterke dissonantwerking)
- het ritme vormt de belangrijkste component van de muziek (het gebruik van akkoorden als
ritmecomponent)
- veel maatwisseling
J.S. Bach Hohe Messe, Osanna
Vraag 9
Maximumscore 1
Unisono
Vraag 10
Maximumscore 2
Fluiten 1
hobos 2
trompetten 4
violen 3
Vraag 11
A
Vraag 12
Maximumscore 1
S B T
Vraag 13
Maximumscore 1
Zes tellen
Vraag 14
Maximumscore 1
Maat 8
Vraag 15
Maximumscore 2
Haak 1: D majeur
Haak 2: b mineur
Haak 3: G majeur
Vraag 16
Maximumscore 1
Melodisch mineur dus verhoogde 6e en 7e toon
Vraag 17
C
Vraag 18
Maximumscore 2
Polyfoon
Homofoon
Homofoon
Vraag 19
Maximumscore 2
Altviolen: E
Basso continuo: F
Houten blaasinstrumenten: C
Pauken: B
Trompetten: A
Violen 1 en 2: D
Vraag 20
Maximumscore 2
Balk 12 en 5,6, 9
Balk 16 en 2, 7
Balk 17 en 1
of: balk 15 en 20
Vraag 21
Maximumscore 1
Vraag 22
Maximumscore 2
Twee noemen:
- langzamer tempo
- hoger gespeeld
- niet authentieke instrumenten, geen authentieke uitvoering
- trompetten meer op de voorgrond
- dynamiek is anders
Vraag 23
Maximumscore 3
Drie noemen:
- basso continuo partij
- terrassendynamiek
- klein orkest
- gebruik van barok, authentieke instrumenten
- voortspinning in de melodie
- sterk motorisch gericht
Volgende
|