Vraag 1

A

Vraag 2

B

Vraag 3

A

Vraag 4

B

Vraag 5

B

Vraag 6

A

Vraag 7

A

Vraag 8

Maximumscore 2
(twee noemen)

• zelf meer allochtonen in dienst nemen
  
• speciale maatregelen zoals banenpools en arbeidsbemiddeling
  
• door wetgeving bedrijven verplichten meer allochtonen in dienst te nemen
  
• geld beschikbaar stellen voor speciale banen-of scholingsprojecten
  
• financiering van maatregelen zoals kinderopvang en voorlichting

Vraag 9

Maximumscore 2
(één noemen)

• De overheid voert een beleid van positieve actie met betrekking tot etnische

minderheidsgroepen in ons land
of

• De overheid geeft deze organisaties actieve steun op grond van artikel 1 van de Grondweg

waarin staat dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden en discriminatie (wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook) niet is toegestaan.

Vraag 10

D

Vraag 11

Maximumscore 2
De klanten van islamitische slagerijen om godsdienstige redenen alleen runder-, schapenvlees en kip mogen eten en geen varkensvlees dat veel vaker aan de klanten van nederlandse slagers verkocht kon worden

Vraag 12

C

Vraag 13

Maximumscore 2
In de Marokkaanse cultuur beslist de vader alles en moeten kinderen de vader gehoorzamen. De Marokkaansse vader geeft nu zijn kinderen meer inspraak. De vader heeft deze manier van opvoeding overgenomen van de nederlandse cultuur waarin kinderen een grotere zelfstandigheid en verantwoordelijkheid aangeleerd wordt.

Vraag 14

Maximumscore 2

• taalproblemen (thuis een andere taal dan op schoolwerk)
  
• persoonlijke problemen /(het is moeilijker voor hen een eigen identiteit te ontwikkelen)
  
• verschil in verwachtingen tussen thuis en maatschappij
  
• conflicten met ouders (die vanuit hun waarden reageren op de jongerencultuur)

Vraag 15

Maximumscore 2
Mensen hebben het recht hun eigen cultuur te behouden, als we deze cultuur niet aanvaarden dan ontzeg je een deel van de bevolking de mogelijkheid om via school te leren zwemmen.
Politieke besluitvorming

Vraag 16

B

Vraag 17

C

Vraag 18

Maximumscore 2
De nieuwe regels voor softdrugs in Nederland lijken niet goed te werken en roepen daaarom weer nieuwe problemen op zoals het thuiskweken van hasj.

Vraag 19

Maximumscore 2
(één noemen)
Vrouwelijke schoolleiders stemmen meer op de PvdA/GroenLinks/D’66 dan de gemiddelde Nederlander.
Landelijk is de voorkeur voor de VVD/CDA groter dan onder vrouwelijke schoolleiders.

Vraag 20

A

Vraag 21

C

Vraag 22

D

Vraag 23

D

Vraag 24

E

Vraag 25

A

Vraag 26

Maximumscore 2
(twee noemen)

• openlijke actie zoals demonstreren
  
• overleg in adviesorganen
  
• lobbyen
  
• benaderen van politici

Vraag 27

Maximumscore 2
(één noemen)

• De VVD is tegen het verkleinen van inkomensverschillen tussen mensen
  
• VVD-stemmers verdienen in het algemeen meer en zouden in het voorstel meer moeten gaan

betalen

• De VVD is voor een afgeslankte publieke omroep

Vraag 28

C

Vraag 29

A

Vraag 30

D

Arbeid en samenleving

Vraag 31

A

Vraag 32

B

Vraag 33

Maximumscore 2
(één noemen)

• veel inactieven, dus veel uitkeringen en weinig loonbelastingeinkomsten/premie-inkomsten

voor sociale verzekeringen

• veel mensen werkzaam bij de overheid en in de gesubsidieerde sector, dus hogere

overheidsuitgaven

Vraag 34

Maximumscore 2
De overheid dient te zorgen voor bescherming tegen verlies van inkomen/koopkracht.

Vraag 35

B

Vraag 36

Maximumscore 2
(één noemen)

• dreigen met het stopzetten van investeringen
  
• dreigen met gerechtelijke proceduren/naar de rechter stappen
  
• dreigen met sluiting/verplaatsing van het bedrijf

Vraag 37

C

Vraag 38

C

Vraag 39

D

Vraag 40

D

Vraag 41

D

Vraag 42

D

Vraag 43

B

Vraag 44

Maximumscore 2
de personeelsadvertentie in text 35 (voor algemeen directeur) , want die heeft
(één noemen)

• een grotere verantwoordelijkheid/macht/ontplooiingsmogelijkheid
  
• meer afwisseling in het werk
  
• minder (lichamelijk) zwaar werk

Vraag 45

Maximumscore 2
(één noemen)

• Hoger opgeleiden hebben meer financiële mogelijkheden om gebruik te maken van medische

diensten (laten zich meer inenten, gaan meer naar de tandarts, moeten minder vaak een kunstgebit dragen, hebben minder langdurige aandoeningen

• Lager opgeleiden hebben minder inkomen om gezond voedsel te kopen (meer vetgebruik)
  
• Hoger opgeleiden zijn beter op de hoogte van gezondheidsrisico’s (laten zich vaker

vaccineren, roken minder, zijn minder negatief over eigen gezondheid).

• Lager opgeleiden hebben minder mogelijkheden om bij ingrijpende gebeurtenissen sociale

steun bij familie of vrienden te krijgen.