Scheikunde 1, MAVO C
|
Berekening van een (eind)cijfer op basis van deze uitwerkingen en mogelijke antwoorden gebeurt op eigen verantwoordelijkheid en kan riskant zijn.
|
Meerkeuzevraag goed: 2 punten.
Vraag 1
B
Vraag 2
B
Vraag 3
C
Vraag 4
D
Vraag 5
C
Vraag 6
B
Vraag 7
Maximumscore 2
Loodsulfide
Vraag 8
D
Vraag 9
Maximumscore 1
16
Vraag 10
Maximumscore 2
29 (dm3)
Vraag 11
Maximumscore 1
Waterstof is (zeer) brandbaar / explosief
Vraag 12
Maximumscore 2
Na2O
Vraag 13
Maximumscore 1
Lucht bevat meer dan alleen stikstof.
Vraag 14
Maximumscore 2
NH4 NO3
Vraag 15
Maximumscore 2
- Er kan een katalysator gebruikt worden.
- "De verdelingsgraad vergroten"
- "Het ammoniumnitraat (voor)verwarmen".
Vraag 16
C
Vraag 17
Maximumscore 2
Een gele vlam is goed zichtbaar (in tegenstelling tot een blauwe vlam).
Vraag 18
Maximumscore 3
De hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht wordt groter.
De hoeveelheid zuurstof in de lucht wordt kleiner.
Vraag 19
Maximumscore 2
(koolstofmono-oxide is) kleurloos
(koolstofmono-oxide is) reukloos / geurloos
Vraag 20
Maximumscore 2
Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 5800 (mg).
Vraag 21
A
Vraag 22
Maximumscore 2
- er wordt nieuwe lucht/zuurstof aangevoerd (voor de verbranding)
- koolstofmono-oxide / verbrandingsgassen worden afgevoerd
Vraag 23
Maximumscore 2
Bij het koffiezetten blijft het zand achter in het filter (en komt dus niet in de
koffie).
Vraag 24
C
Vraag 25
B
Vraag 26
A
Vraag 27
F
Vraag 28
A
Vraag 29
Maximumscore 2
- het lakmoespapiertje wordt in beide oplossingen rood
- Er kan daardoor geen onderscheid gemaakt worden
Vraag 30
A
Vraag 31
A
Vraag 32
A
Vraag 33
Maximumscore 2
SO2
Vraag 34
C
Vraag 35
Maximumscore 3
HSO3- + 3 H2 ® HS- + 3 H2O
Vraag 36
C
Vraag 37
Maximumscore 2
De oplossing van natriumhydroxide kan weer gebruikt worden in de eerste stap van het
reinigingsproces.
Vraag 38
Maximumscore 2
Bij het verbranden van zwavel ontstaat weer zwaveldioxide (waardoor de zwaveldioxide
alsnog in de lucht komt / waardoor de reiniging weer opnieuw doorlopen kan worden).
Vraag 39
Maximumscore 3
Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 23,6 (massaprocent).
Vraag 40
D
Vraag 41
A
Vraag 42
C
Vraag 43
Maximumscore 2
Vraag 44
E
Vraag 45
C
|