Vraag 9:

Maximumscore 1
Ja: want

• de bouwkundige geleding van de achterwand (twee deuren en middenstuk met nis) komt

overeen met het aantal velden dat het tapijt breed is,

•  het strakke rechthoekige wordt benadrukt door de rechthoeken van het tapijt, of: de

kleurvelden verlevendigen de strenge witte architectuur
Nee: want

• afgezien van de vijf velden in de breedte heeft de indeling in bllokken geen verband met

de geleding van de zaal,

• de kleuren houden geen verband met de kleuren van de zaal,
  
• de veelheid van (felle) kleuren vraagt zoveel aandacht dat die van de zaal wordt

afgeleid
Fotografische zelfportretten

Vraag 10:

Maximumscore 2
Wat had je kunnen noemen, 2 van de volgende

• hoofd en hand zijn over elkaar gelegd of vallen over elkaar heen of schijnen door
  
• het ruitjespapier van de achtergrond loopt door in/achter het hoofd
  
• links zijn schouder en kraag verticaal afgesneden en de foto overlapt zo het vlak

linksonder (dat dieper lijkt te liggen)

• de banen/stroken bovenin liggen over elkaar heen en schijnen door

Vraag 11:

Maximumscore 3
Wat had je kunnen noemen, 3 van de volgende

• de (gefotografeerde) hand trekt met een (gefotografeerde) passer eew cirkel op het

ruitjespapier

• de cirkel herhaalt bovendien de vorm van het hoofd
  
• de rechte lijnen of ’meetlatten’ kaderen hoofd en hand in
  
• het ruitjespapier loopt door in het hoofd (en verbindt zo de gctekendc vormen met het

gefotografeerde hoofd)

• pijl naar ’el’ wijst naar Lissitzky

Vraag 12:

Maximumscore 2
Voorbeeld van een goed antwoord:
Er is een relatie tussen de tekenende hand en het hoofd, waarin de nadruk 1igt op het oog.
Dat kan gezien worden als een relatie tussen idee, zien en het vormgeven of over het kunstwerk als slotsom van denken, berekenen en construeren.

Vraag 13

Maximumscore 2
Wat had je kunnen noemen, 2 van de volgende

• (abstract-)geometrische basisvormen of lineaire elementen gebruikt (op ruitjespapier)
  
• het werken met een combinatie van foto(grafische) en typografische middelen, of:

fotomontage

• het werk is ’rationeel’ of zakelijk: de kunstenaar wil een ingenieur zijn
  
• de constructie van het werk is in het werk gevisualiseerd

Vraag 14:

Maximumscore 1
Het haar van Man Ray en ook de vlinderdas en de lichtschakelaars lichten op een vreemde manier op: deze zaken zouden heel donker moeten zijn maar zijn (door een speciale fotografische behandeling) licht geworden.

Vraag 15:

Maximumscore 2
Foto:

• er ontstaat een vreemde droomachtige sfeer door de fotografische effecten die zijn

toegepast: een omgekeerde wereld waarin schaduwen wit zijn
Object:

• is een assemblage/combinatie van verschillende objecten (muziekinstrument en larnpen)

waardoor een raadselachtig of vervreemdend effect ontstaat

Vraag 16 :

Maximumscore 1
Wat had je kunnen noemen, 1 van de volgende

• fotografie is een modern medium en als zodanig aantrekkelijk voor moderne kunstenaars:

zo zijn ze meer bij de hedendaagse maatschappij betrokken, zo maken ze zich los van de traditie

• het medium fotografie is in zekere zin onpersoonlijk: kunst hoeft niet het handschrift

van de maker te tonen, kunst gaat meer om het idee dan om het handschrift

• de foto’s zijn reproduceerbaar en dat maakt dat het kunstwerk niet meer één uniek

werk hoeft te zijn (wat het elitaire karakter er een beetje afhaalt)
De stoel van Vincent van Gogh

Vraag 17:

Maximumscore 3
Wat had je kunnen noemen, 3 van de volgende

• (ongeverfde) rechte houten stoel (met biezen zitting en een scheve poot) wijst erop dat

Van Gogh sober leefde en/of van eenvoudige dingen hield

• eenvoudige omgeving met ongelijke tegels en/of ruwe wanden wijst erop dat hij sober

leefde

• kist met uien: goedkoop voedsel (idem)
  
• pijp en papier met tabak als een verwijzing naar hem zelf (hij was verknocht aan zijn

pijp)

Vraag 18:

Maximumscore 2
Wat had je kunnen noemen, 2 van de volgende

• de stoel is nagenoeg beeldvullend
  
• de stoel is zo geschilderd dat je er vanuit een hoog standpunt bovenop kijkt (waardoor

je de zitting vrijwel onverkort ziet, zo ’groot’ mogelijk)

• het (midden van het) zitgedeelte is het centrum van de compositie
  
• de kleur (vooral het geel) doet de stoel oplichten/ op de stoel komen alle andere

kleuren van het schilderij bijeen

Vraag 19:

Maximumscore 3
Wat had je kunnen noemen, 3 van de volgende

• Van Gogh gebruikt kleur niet om het steeds wisselende licht weer te geven: zijn kleuren

zijn vaak op het gevoel gekozen,

• hij schildert niet zozeer de k1euren die hij ziet maar hij maakt ze veel heviger
  
• de kleur is in grote vlakken aangebracht en niet in kleine losse toetsen (dus dc kleuren

’lossen niet in elkaar op’, zoals bij het impressionisme gebeurt)

• de kleur is binnen contouren aangebracht (en de contourlijnen zijn duidelijk zichtbaar,

wat je bij het impressionisme niet ziet)

• Van Gogh past opvallende kleurcontrasten toe (sterker dan de impressionisten)

Vraag 20:

Maximumscore 2
Wat had je kunnen noemen, 2 van de volgende

• de stoel is heel strak van vorm, waardoor hij een onpersoonlijk of

’industrieel’ karakter krijgt

• een ambachtelijke houten stoel met biezen zitting is uitgevoerd in glanzend

metaal/materiaal dat koud en hard aandoet

• de stoel wordt eerder als een object opgevat dan als een meubel omdat hij op een stukje

spiegelende ’vloer’ staat (geïsoleerd uit de context van de kamer)

Vraag 21:

Maximumscore 2
Wat had je kunnen noemen, 2 van de volgende

• op het schilderij zijn ongeveer vijf rijen tegels te zien, Barker geeft een

overeenkomstig aantal tegels

• de tegels zijn linksachter en rechts afgesneden waardoor er schuine lijnen ontstaan

zoals in het schilderij door het kader

• Barker versterkt het effect van afsnijding (in het schilderij) door enkele tegels schuin

af te snijden

Vraag 22:

Maximumscore 1
Hij kiest de stoel niet om de stoel maar als toespeling op een overbekend schilderij of een (tragisch) kunstenaarsleven en hij maakt er een cliché van (door de stoel onpersoonlijk weer te geven, als glanzend object).

Vraag 23:

Maximumscore 1
Pop-art

Vorige - Volgende