Geschiedenis HAVO 1

Berekening van een (eind)cijfer op basis van deze uitwerkingen en mogelijke antwoorden gebeurt op eigen verantwoordelijkheid en kan riskant zijn.


 
Eenheid in tweevoud. Nederland 1780-1830

Vraag 1

Maximumscore 2
Het grote plaats-/streekgebonden onderscheid in kleding wijst op culturele verscheidenheid.

Vraag 2

Maximumscore 2
  • De zeegewesten wensten versterking van de vloot 
  • De landgewesten pleitten voor een versterking van het landleger

Vraag 3

Maximumscore 2
A. kenmerk van goed vaderlanderschap:
  • opofferingsgezindheid jegens het vaderland (de Verenigde Gewesten)/de bereidheid het
vaderland te verdedigen
B. vereiste inzet:
  • je moet zélf de verdediging van je land ter hand nemen in exercitiegenootschappen/door
burgerbewapening

Vraag 4

Maximumscore 4
bevestiging :
  • De zeehandel (zoals die tot uitdrukking komt in het aantal schepen met bestemming
Amsterdam) fluctueert in de periode 1797-1805 sterk maar vertoont in zijn algemeenheid in vergelijking met de periode 1785-1789 een duidelijke neergaande tendens
nuancering :
  • De belastingopbrengsten blijven echter redelijk op peil. Een vergelijking van de cijfers
uit de jaren 1785-1789 met cijfers uit de jaren 1797-1805 leert dat de totale handel op Amsterdam zich in de periode 1785-1805 in het algemeen goed heeft weten te handhaven

Vraag 5

Maximumscore 4
A. Bij Lodewijk Napoleon :
  • het voeren van een nationaal cultuurbeleid (Rijksarchief/Rijksmuseum/Koninklijke
Bibliotheek)
  • het initiëren van nationale collectes in geval van grote rampen
Bij Napoleon Bonaparte :
  • het invoeren van een nationale wetgeving (op het terrein van maten en gewichten/
burgerlijk- en strafrecht/voor de bevolkingsregistratie)
  • de instelling van de dienstplicht
B. Afweging:
  • de maatregelen/de houding van Lodewijk Napoleon werden (op korte termijn) door een brede
bevolkingsgroep welwillend aanvaard
  • de maatregelen van Napoleon Bonaparte werden in die tijd door veel Nederlanders slecht
ontvangen en pas op langere termijn hun waarde bewezen

Vraag 6

Maximumscore 3
  • In verband met de dienstplicht/toenemende belastingdruk/de tiërcering van de
staatsschuld was in 1812 sprake van een groeiend onbehagen over de Franse bezetter
  • Dit gedicht gaf moed voor de toekomst: de voorouders hadden immers ook een bezetting
doorstaan
  • blijkt uit één van de volgende citaten: ’De deugd van ’t heilig voorgeslacht
stierf nog niet weg! Nee, Nederland zal niet als een droombeeld verdwijnen ... ’ (de regels 2 – 3) / Zing voor de tijdgenoot over de heldendaden van de voorouders, En ’t kroost zal, in hun spoor, leren om sterk te staan in het noodweer’ (de regels 5 – 6)

Vraag 7

Maximumscore 4
Van Hogendorp vindt:
  • dat er een machtsverdeling moet zijn tussen de koning aan de ene en de Staten-Generaal
aan de andere kant.
Dat blijkt uit een combinatie van:
  • artikel 13: de vorst krijgt een sterke monarchale macht/wetgevende macht en:
  • artikel 29: de Staten-Generaal krijgen het budgetrecht of:
  • artikel 3: de regeringsmacht/de rechten en bevoegdheden van de vorst is/zijn afgebakend
in de grondwet / de koning legt de eed op de grondwet af en:
  • artike131: de Staten-Generaal zijn in het leven geroepen om te controleren/adviseren
over alle door de koning voorgestelde wetten

Vraag 8

Maximumscore 14
A. twee noemen:
  • Nauta zal zich als doopsgezinde aangesproken gevoeld hebben door de idee van de
godsdienstige tolerantie, die moet leiden tot de gelijkstelling van alle godsdienstige overtuigingen
  • Nauta zal zich als doopsgezinde aangesproken hebben gevoeld door de idee van de
patriotten dat elke burger, ongeacht zijn godsdienstige overtuiging, moet kunnen participeren in het bestuur van stad, gewest of Republiek
  • Nauta zal als boekhandelaar van huis uit sympathiek gestaan hebben tegenover een grotere
vrijheid van meningsuiting
B. positief:
  • Nauta heeft in 1789 en de jaren daarna het absolutisme in Frankrijk zien instorten of:
  • Nauta heeft tijdens de Franse Revolutie de kracht van het nationale gevoel van het
Franse volk meegemaakt
negatief:
  • Nauta heeft het bloedvergieten tijdens de Revolutie meegemaakt
C.  De bevrijding van de Republiek speelde zich af onder de beschermende paraplu van het Franse leger. Dit maakte de Republiek afhankelijk
D. één noemen
  • De eindeloze discussies over de nieuwe grondwet / de diepe verdeeldheid die aan het
licht trad tijdens de discussies over de nieuwe grondwet, stemde Nauta pessimistisch over de toekomst van zijn vaderland
  • Het feit dat de nieuwe grondwet er pas kwam na een staatsgreep, voorzien van het Franse
merkteken, stemde Nauta pessimistisch
E. Dat Nauta meewerkt aan de tot standkoming van de Nationale Schoolwet  (in opdracht van het Agentschap van Nationale Opvoeding betrokken raakte bij de verbetering van het onderwijs op nationaal niveau), sluit goed aan bij zijn verlichte ideeën over volksopvoeding/ bij zijn politiek verleden als unitarist, want de onderwijshervorming was voor een belangrijk deel ook gericht op versterking van de eenheid van het Nederlandse volk
  • F.Je kon bijvoorbeeld wijzen op de versmalling van het kiesrecht na 1798 (negatief), het
verder afnemen van het nationale zelfbeschikkingsrecht (negatief) of unificerende maatregelen als de totstandkoming van de Nationale Schoolwet (positief) en een nationaal belastingstelsel (positief)

Vraag 9

Maximumscore 4
Het eerste hoofddoel:
  • de idee het volk te ontwikkelen / het onderwijs te verbeteren
aanwijzing uit de bron (één noemen):
  • het stellen van opleidingseisen aan onderwijzers
  • het hechten van belang aan begrijpend lezen/goed schrijven
  • het hechten aan goede leermiddelen
Het tweede hoofddoel:
  • de eenheidsidee
  • het letten op onderwijs in de nieuwe maten en gewichten

Vraag 10

Maximumscore 2
De berekeningswijze van de stemming leidde tot onvrede: de thuisblijvers in het Zuiden/ diegenen in het Zuiden die vanwege de gelijkstelling der godsdiensten hadden tegengestemd, werden bij de voorstemmers geteld.

Vraag 11

Maximumscore 2
A.: het onderschrift: Het College of de kazerne, één pot nat? aanduidt dat de oprichting van het Collegium Philosophicum tot doel zou hebben de vooropleiding tot priester – net als het leger – te onderwerpen aan streng staatstoezicht
B. In de prent laat de tekenaar dit zien: door de aankomende priester uitgekleed / kaalgeschoren af te beelden net als een aankomend dienstplichtige

Vraag 12

Maximumscore 2
traditioneel:
  • dat Willem I teruggreep naar de traditionele idee van de Hollandse stapelmarkt / de
handel en scheepvaart (uit de zeventiende eeuw) te doen herleven
vernieuwend (één noemen) :
  • dat Willem I (vooral in het Zuiden) jonge veelbelovende bedrijfstakken ondersteunde,
zoals de mijnbouw / de metaalnijverheid / de textielindustrie / de machinebouw
  • dat Willem I een koppeling aanbracht tussen de Zuidelijke industrie en de Noordelijke
handel
  • dat Willem I er naar streefde de koloniën, het Noorden en het Zuiden in een
driehoekshandel te verbinden

 

Volgende

De Telegraaf-i breng deze uitslagen met dank aan:
Jacobus
Het Jacobus College
SMC
SM&C
A1
Internet-provider A1
Het auteursrecht op en de verantwoordelijkheid voor deze gegevens berusten bij het Jacobus College (Enschede), SM&C en A1.
De Telegraaf-i publiceert deze gegevens onder voorbehoud.
0