Handelswetenschappen HAVO 3


Opgave 6

Vraag 41
Maximumscore 1

600.0 Directe grondstofkosten product A ƒ 45.000,–
600.1 Directe grondstofkosten product B ƒ 20.000,–
601.0 Directe loonkosten product A ƒ 60.000,–
601.1 Directe loonkosten product B ƒ 30.000,–
Aan 499 Overboekingsrekening rubriek 4 ƒ 155.000,-

 

Vraag 42
Maximumscore 1

500 Kosten hulpafdeling ƒ 20.000,-
504 Kosten fabricage-afdeling ƒ 80.000,-
505 Kosten verkoopafdeling ƒ 10.000,-
Aan 499 Overboekingsrekening rubriek 4 ƒ 110.000,-

 

Vraag 43
Maximumscore 1  

504 Kosten fabricage-afdeling ƒ 14.000,-
505 Kosten verkoopafdeling ƒ 5.800,-
Aan 510 Dekking kosten hulpafdeling ƒ 19.800,-

 

Vraag 44
Maximumscore 2

602.0 Toeslag indirecte fabricagekosten product A ƒ 60.000,-
602.1 Toeslag indirecte fabricagekosten product B ƒ 35.000,-
Aan 514 Dekking kosten fabricage-afdeling ƒ95.000,-

 

Vraag 45
Maximumscore 2

820.0 Toeslag indirecte verkoopkosten product A ƒ 11.000,-
820.1 Toeslag indirecte verkoopkosten product B ƒ 4.700,-
Aan 515 Dekking kosten verkoopafdeling ƒ 15.700,-

 

Vraag 46
Maximumscore 2

599 Overboekingsrekening rubriek 5 ƒ 700,-
Aan 960 Resultaat indirecte kosten ƒ 700,-

 

Vraag 47
Maximumscore 1

699 Overboekingsrekening rubriek 6 ƒ 9.000,-
Aan 920.0 Fabricageresultaat product A ƒ 9.000,-

 

Vraag 48
Maximumscore 2

Individuele reclame, want product A is een fabrikantenmerk.

 

Vraag 49
Maximumscore 2

- De detaillist heeft minder reclamekosten; de fabrikant maakt reclame
- De garantie is meestal voor rekening van de fabrikant.
- De detaillist krijgt een betere naam door het voeren van een merkartikel in zijn assortiment.

Vorige

De Telegraaf-i breng deze uitslagen met dank aan:
Jacobus
Het Jacobus College
SMC
SM&C
A1
Internet-provider A1
Het auteursrecht op en de verantwoordelijkheid voor deze gegevens berusten bij het Jacobus College (Enschede), SM&C en A1.
De Telegraaf-i publiceert deze gegevens onder voorbehoud.
0