&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> Havisten worstelen met brief uit 1806

Alle examenkandidaten hebben gisterochtend een verhaal geschreven, maar alleen de havisten schreven geschiedenis. Tot hun eigen ontzetting moesten ze zich tijdens hun geschiedenis-examen inleven in iemand die in 1806 een brief schrijft aan zijn zoon.

Ook van de vwo'ers werd een betoog verwacht en wel over de Grondwet van 1814. De mavo-kandidaten maakten hun opstel Nederlands.

'Jong en geweldig' was een gewilde titel voor de mavo C-leerlingen van het Casimir Lyceum in Amstelveen. Wie hiervoor koos, moest 500 woorden schrijven over een geweldsmisdrijf door jongeren in de buurt. Een andere veel gebruikt onderwerp was 'Hangplek', waarvoor Mul Michael helemaal in de stemming leek: "Nog nooit heb ik me zo druk gemaakt over zoiets makkelijks. Als de rest ook zo meevalt, had ik net zo goed D-niveau kunnen doen!"

Was dat het geval geweest, dan had hij zich kunnen buigen over lichaamsverzorging en gezondheid met 'Mooi is maakbaar'. Of had hij zijn menig mogen geven onder 'Ouder maar niet ouderwets'. "Goed gekozen onderwerpen, die goed aansluiten", zei docent Harry de Beuk over de onderwerpen beide niveau's. Opluchting bij de leerlingen: "Heel makkelijk!", vond Joyce Kasanredjo. Evenals Enna Blok: "Verhaaltje schrijven: Klaar!"

Het verhaaltje viel de havisten echter heel wat zwaarder tijdens hun geschiedenis-examen. Voor de brief aan hun zoon moesten ze zich niet alleen verplaatsen in een vijftigjarige doopsgezinde rijkaard, de vader, maar ook nog eens diens hele levensloop uiteenzetten. "Een idiote opdracht", briesten Jeanine Pikkaart en Mark Neumeier van het Casimir. Onlangs nog pleitte een commissie voor minder nadruk op vaardigheden in het geschiedenisonderwijs, dat bovendien meer zou moeten ingaan op grote lijnen en minder op incidenten.

Docent Marjolein Willemse had eveneens bedenkingen bij de schrijfopdracht, die deel uitmaakte van het onderdeel 'Nederland tussen 1780 en 1830'. Het tweede deel van het examen besloeg 'Europa en de buitenwereld tussen 1150 en 1350'. Dezelfde indeling als gisteren bij het vwo en het mavo-examen van morgen.

Waarom vormde de Grondwet van 1814 een mijlpaal in het proces van nationale eenwording? Daar konden de vwo'ers hun hoofd over breken. Ze vonden het goed te doen "doordat er geen limiet stond op het aantal woorden", zei een schrijflustige Michal Svoboda. "Het opstel was 14 punten waard. Dus kun je een hoop scoren", rekende Barbara Rooth zich rijk. Ook zij moesten zich inleven in een historische figuur: Een publicist die zich wilde aansluiten bij de Patriotten.

Het middagprogramma was op het mavo gevuld met biologie, de grote tegenvaller van de dag. Met op D-niveau een schema over afbreekbaar plastic, waar docent Henk van Bodengraven steil van achterover sloeg: "Wie bedenkt zoiets?" Ook op C-niveau deugde het zijn inziens niet, omdat teveel voorkennis werd vereist bij de vraag over botulisme. Elwin Lindeman zag het lijk al drijven: "Moeilijke en vreemde vragen, dus ook moeilijke en vreemde antwoorden."

Havo en vwo rondden de dag af met natuurkunde. Docent F. Henrichs sprak van een havo-examen dat niet afwijkt van de laatste jaren, vol herkenbare situaties. Een voorzichtig "redelijk", kwam ook in meeste reacties van de leerlingen voor. "Als je het goed had geleerd", voegde Alexander Anthoniesse er wel gauw aan toe. Ook Edward Valks was hoopvol, ondanks de twee vragen fysische informatica.

Juist de vragen over dit gevreesde onderwerp lijken het enige waarvan het vwo verschoond bleef: "Gelukkig geen computerschakelingen", zuchtte Kim Brons, die het behoorlijk moeilijk vond. Henrichs was het roerend met haar eens: "Van de chromatische aberatie van een optimale zullen de meeste leerlingen nog nooit gehoord hebben." Wat hem tevreden stemde, was dat nu eindelijk eens iets over modelomgeving werd gevraagd. Maar dat was het enige positieve. "Geen makkelijk examen", vatte de docent met spijt samen.