Saddam Hoessein: een brute
tiran en een overlever

Zonder Khairallah Tulfah was Saddam Hoessein misschien nooit de meedogenloze, compromisloze dictator geworden die, in bijna twintig jaar dat hij aan de macht is, twee verwoestende oorlogen en talrijke moordaanslagen overleefde en de beschaafde wereld keer op keer in een crisissfeer dompelde.

Tulfah was de broer van zijn moeder Sabha, die tot de bedelstaf verviel na de dood van zijn vader nog tijdens haar zwangerschap. Luttele dagen na zijn geboorte op 28 april 1937 werd Saddam opgenomen door Tulfah, een gefrustreerd officier die oneervol uit het leger was ontslagen vanwege zijn militante Arabisch nationalistische sympathieën.

Saddam, wat in het Arabisch betekent 'hij die weerstaat', leerde van zijn oom nooit een compromis te sluiten, onverzoenlijk te zijn, niemand te vertrouwen, zelfs niet zijn naasten, en zijn doel alleen te kunnen bereiken met geweld. De bitter gestemde, teleurgestelde oom Khairallah boetseerde de toekomstige dictator.

Dolksteek
Deze karaktertrekken, met de paplepel ingegoten, hebben van Saddam een leider gemaakt die, volgens westerse diplomaten die hem persoonlijk hebben ontmoet, als het moet eerst een vijand aan de borst drukt om hem vervolgens met een dolksteek in de rug om zeep te helpen. Een onbetrouwbare machtswellusteling voor wie geen enkel ander leven heilig is.

Zo'n man kan alleen in zijn zelfgeschapen universum leven, waar de werkelijkheid niet zal doordringen. Tariq Aziz, de vice-premier, is een van de weinigen die hij blindelings schijnt te vertrouwen, maar volgens westerse diplomaten die vroeger in Bagdad gestationeerd waren, presenteert deze spreekbuis naar het westen Saddam meestal met een vertekend beeld.

Want zelfs Aziz weet dat Saddam er niet voor terugdeinst zijn getrouwen, als het moet persoonlijk, te vermoorden. "Slecht nieuws kan maar beter uit de hemel vallen", merkt een van die diplomaten op, doelend op Amerikaanse raketten.

Machtshonger
Zijn machtshonger en verlangen de kampioen van de Arabische wereld te zijn, heeft zijn volk in twee gruwelijke oorlogen gestort. Van een van de welvarendste landen is Irak nu een van de armzaligste oorden van de Arabische wereld geworden. Zijn 22 miljoen onderdanen sidderen voor hem.

Hoewel een absoluut heerser was hij na in 1979 de macht te hebben overgenomen de man die analfabetisme vrijwel uitroeide, een in de Arabische wereld ongeëvenaard gezondheidssysteem introduceerde dankzij de enorme olie-inkomsten van zijn land, dat de tweede grootste oliereserve ter wereld bezit.

Bang dat de Iraanse islamitische revolutie zou worden overgenomen door de sji'itische minderheid in het zuiden van Irak, stortte Saddam zijn land in 1980 in een negen jaar durende, gruwelijke oorlog met Iran.

Die oorlog, waarbij hij nog steun kreeg van het westen, was amper voorbij of hij tartte de wereld door Koeweit binnen te vallen om een half jaar later te worden verslagen.

Sindsdien neemt hij het op tegen de hele wereld, sleurt zijn eigen bevolking daarin mee die zucht onder moordende economische sancties, en elimineert hij letterlijk iedereen die het in eigen land tegen hem durft op te nemen. Saddam Hoessein overleeft, steeds weer, door zijn eigen bruutheid. Hij maakt zijn Arabische naam steeds weer waar.