Column Anton Geesink

Langdradige openingsceremonie

De openingsceremonie hebt u via de televisie kunnen volgen en ongetwijfeld heeft u een oordeel gevormd. Dat oordeel kan verschillende kwalificaties hebben, maar ik neem aan dat u het met me eens bent dat de ceremonie te lang duurde. Zelf ben ik van mening dat het binnenkomen van de atleten van gelijktijdig twee zijden zou moeten plaats hebben. Dat heeft vele voordelen: twee teams komen gelijktijdig binnen en lopen direct naar de plaats van bestemming; de te lopen afstand wordt beperkt tot een minimum; het risico dat er gaten vallen is minder. Deze procedure zou volgens mijn berekening minimaal vijftig procent tijdwinst opleveren.

Sydney wil de atleten bij de Olympische Spelen in 2000 gewoon een zitplaats in het stadion geven. Voorafgaand aan de opening van de Spelen werden wij voorgesteld aan US-president Bill Clinton, die weet hoe het hoort. Vrijdagochtend kwam hij om tien uur aan op het militair vliegveld van Atlanta. Anita Defrantz, het Amerikaanse lid van het IOC Executive Board en de beide andere Amerikaanse IOC-leden, haalden hem daar af. Anita Defrantz, waarmee ik nauw samenwerk, vertelde me dat Clinton vanaf het vliegveld rechtstreeks naar het Olympisch Dorp zou gaan. 'Athletes first' is zijn devies. Het is een opmerking die uit mijn hart is gegrepen.

Zaterdag heb ik medailles uitgereikt bij het judo. Helaas zat er voor Nederland niets bij. Leuk was het om in de Franse pers te lezen dat de wijze waarop ik de gouden medaille overhandigde aan Douillet en hij die in ontvangst nam, goed was overgekomen. "Ons beider glimlach sprak boekdelen", schreef de Franse pers over de wijze waarop we elkaar respecteren.

Het toeven in de judowereld ervaar ik nog steeds als uiterst plezierig. Velen heb ik in geen jaren gezien. Het weerzien kent altijd wel een vrolijke noot. Vanzelfsprekend ontmoette ik ook weer Pierre Zenden, de tv-commentator van de NOS. Hij zette me meteen tot stelen aan. Hij zei: "Anton, ik heb dringend behoefte aan informatie." Naar eer en geweten antwoordde ik: "Heb ik niet", waarop Pierre zei: "Weet ik, maar dáár ligt ze," en hij wees naar de jurytafel...