Column Andre Bolhuis
Vrijwilligers
Kan sport zonder vrijwilligers? Nee, de onmisbaarheid van deze mensen zou volgens de werking van het marktmechanisme moeten leiden tot erkenning en beloning. Het tegendeel is waar. Vrijwilligers worden vaak amateurs genoemd en daarmee wordt tevens een onjuiste kwalificatie van hun werk gegeven. Praten we over professionals dan zou je denken dat er automatisch een hoog niveau van doen en laten wordt bereikt.
De woorden amateur en professional hebben in mijn ogen een foute klank. Veel beter is om te kijken of iemand die in de sport bezig is, iets goed doet of iets niet goed doet. Dat heeft niets met amateur of professional te maken. Zo hebben we in het Nederlands olympisch team een aantal in de Verenigde Staten wonende landgenoten die zonder enig financiële vergoeding ons 24 uur per dag ter zijde staan. De inzet en toewijding voor hun werk is van olympisch niveau. Onder hun taak valt ook het bemannen van de telefoon en faxcentrale van ons kantoor. Het begint 's ochtends met de verwerking van de honderden faxen die 's nachts zijn binnengerold, maar al snel rinkelen de telefoons tot 's avonds twaalf uur.
Een greep uit de gesprekken:
De vriendin van een volleyballer belt 's avonds om elf uur, als het in Nederland
dus vijf uur in de ochtend is, of zij haar vriend kan spreken. Nee, die
slaapt al, maar kan ik u helpen? "Ja misschien, de accu van mijn auto is
stuk en ik wil even overleggen wat ik moet doen!"
Een andere vriendin: "Kan ik Jaap aan de telefoon krijgen?" Nee, hij is
weg, maar kan ik iets doorgeven. Vriendin: "Ja, hier is het nummer waarop
hij kan terugbellen... en schrijf op dat ik nog steeds heel veel van hem
hou!"
Onze bronzenmedaillewinnares wordt gebeld door een Amerikaan van Nederlandse
afkomst. "Je hebt een medaille. Leuk. Ik wil met je praten over je stamboom,
want we kunnen familie zijn!"
Een Nederlandse die zegt al jaren in Amerika te wonen, vraagt of ze iemand
van de Nederlandse hippische ploeg kan ontmoeten omdat dat haar grootste
droom is. Op die vraag wie speciaal ze dan wil ontmoeten, kan ze geen antwoord
geven. Ze kent niemand.
Nederlands meisje belde op vanuit Cincinatti: of ze kaartjes van ons kon
kopen.
Brigitte van NOC-services belde om te vragen of Internet het deed en of
wij even de prins wilden bellen om te laten weten dat Internet werkelijk
functioneert. De prins wilde ons E-mailen.
Verder komen over ons heen: zoekgeraakte sleutels, stuk getrokken kettinkjes,
verstopte toiletten, niet functionerende airco's. Mag ik een dagpasje voor
mijn moeder? Kan ik een fiets krijgen, faxen of kopiëren? Zijn er nog tickets
voor die sport?
Verder: "Hoe kom ik bij het Holland House en hoe kom ik weer terug?"
"Mijn vriendin is met vlucht KL621 aangekomen, maar ik heb nog steeds niets
van haar gehoord. Willen jullie even informeren waar ze zit?"
Onze vrijwilligers zijn geweldig, gaan tot het uiterste en niets is te veel. Zijn het profs? Nee, ze zijn gewoon goed!