Zakjapanner brengt uitkomst

ATLANTA, dinsdag - Nee, echt veel van de 'olympic spirit' krijgt Bart Brentjens niet mee in zijn hotel aan Interstate 20, waar het geraas van voorbij scheurende auto's de airconditioning ruimschoots overstemt. Het onderkomen lijkt een wereldkampioen onwaardig, maar de Limburgse mountainbiker vindt het wel prima zo. "Ik ben naar Atlanta gekomen om een gouden medaille te winnen, niet om in het Olympisch Dorp een beetje feest te vieren. Laat mij maar lekker mijn eigen gangetje gaan, met mijn vrouw en trainer in de buurt, dat werkt het best."

Veel, zo niet alles stond voor de 27-jarige Brentjens dit jaar in het teken van de Spelen. In 1994 won hij het klassement om de World Cup, vorig jaar ging hij tijdens het WK in het Duitse Kirchzarten als eerste over de finish. De eerste olympische titel in zijn sport lonkt. "Wil je jezelf voortdurend blijven verbeteren, dan moet je op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen. In overleg met mijn trainer Gert-Jan Theunisse heb ik besloten de eerste helft van het seizoen te laten schieten, om niet te vroeg in het jaar in vorm te komen. Ik ben me ervan bewust dat ik een enorm risico neem, maar dat heb ik er graag voor over. Mocht het op een domper uitlopen, dan vormen de Tour de France en het wereldkampioenschap in Cairns aardige troostprijzen."

De opzet bleek eenvoudiger te plannen dan uit te voeren. "Tijdens de eerste twee World Cups van dit jaar werd er verschrikkelijk hard gereden, omdat die wedstrijden voor veel renners de olympische kwalificatie vormden. Ik kwam er gewoon niet aan te pas en begon te twijfelen aan mijn eigen capaciteiten. Wanneer ik nu al zoveel train en desondanks geen rol van betekenis kan spelen, wat moet ik dan in 's hemelsnaam doen om in Atlanta te kunnen winnen, dacht ik. Het was mentaal verschrikkelijk moeilijk om vast te houden aan mijn trainingsschema's, terwijl ik in de wedstrijd aan alle kanten voorbij werd gereden. Voor mijn gemoedsrust wilde ik één keer een redelijke uitslag neerzetten, maar het presteren werd bijna een obsessie."

Een zakjapanner bracht uitkomst. "Tijdens mijn laatste World Cup, in het Canadese Mont Sainte Anne, eindigde ik als zesde, ik verloor vier minuten op de winnaar. Omgerekend kwam ik drie procent van de tijd tekort. Zoveel moest ik dus nog verbeteren om de aansluiting met de toppers te krijgen, redeneerde Theunisse. Met die wetenschap zijn we aan het werk gegaan." De Nederlands kampioen reed de laatste maand van zijn voorbereiding ook op de weg en in het veld. Op het programma stonden een handvol criteriums, het Benelux-kampioenschap mountainbike in Oss en de Ronde van Luik, een meerdaagse wegwedstrijd. "Ik reed gemakkelijk, ontspannen, voelde dat ik aanzienlijk meer dan die drie procent ben verbeterd. Vooral in Oss, twee weken geleden, reed ik verschrikkelijk goed. Wat mij betreft had de olympische wedstrijd de dag daarna mogen worden verreden."

"Het parcours in Atlanta is me op het lijf geschreven. Afgezien van een stuk over de paardenbaan, dat door het halfhoge gras verschrikkelijk zwaar is, gaat het hele rondje op en af. Veel draaien en keren, met telkens een hoogteverschil van hooguit een paar meter, zonder een enkel moment waarin je kunt herstellen. Voor klimmers is dit traject niet zwaar genoeg, het is echt voor mensen die op de macht kunnen rijden." De twijfels zijn weggenomen, al rest hem nog een vraag. "Ik ben benieuwd wat er met me gebeurt wanneer ik hier een gouden medaille win. Mocht het daadwerkelijk zover komen, dan denk ik dat ik bij thuiskomst eerst maar even Ellen van Langen bel."